‘Mijn moeder keek altijd verder dan het heden. Ze zag in mij een kleermaker. Vanaf dat moment mocht ik niet meer mee op het veld werken, ik moest mijn handen sparen. Ik dacht dat ik het nooit zou kunnen, ik was een boerenkind dat nog nooit een naald had vastgehouden.'

'Je hebt een stuk geluk nodig in het leven, maar voor al het andere moet je je eigen geluk maken. En zo kan een boerenjongen dan op een dag zijn schaar in een stuk stof zetten, en daar heel tevreden mee zijn.’