‘Ik ben een kluizenaar, een eenzaat', steekt Guido Belcanto van wal. 'Ik heb ervoor gekozen om mijn eigen pad te volgen, en ben er nooit van afgeweken. Daar ben ik best fier op, want dit was het enige juiste pad voor mij.’

Welk pad is dat dan?

Een goede artiest moet foert zeggen
Guido Belcanto

Belcanto: ‘Het pad van mijn roeping. Een echte artiest kan niet ontsnappen aan zijn roeping. Door de gave die hij heeft meegekregen voelt hij zich gedwongen om te doen wat hij moet doen: kunst creëren. Maar ik heb wel uit eigen beweging besloten om gehoor te geven aan die roeping. Er zijn nog mensen die een roeping hebben, maar die niet beantwoorden. Zonde vind ik dat. Zij durven het onzekere bestaan niet aan. Zij lopen dan min of meer in het rijtje en verzaken aan hun talent. Dat heb ik nooit gedaan.’

‘Je moet jezelf in vraag stellen. Wie ben ik? Wat heeft de natuur voor met mij? Maar veel mensen gaan niet op zoek naar zichzelf. Zij leven een leven waar ze niet gelukkig mee zijn. Als artiest heb ik geluk. Een goede artiest hoort foert te zeggen tegen de maatschappij. Ook al vindt alleen hij zijn lied goed. Hij moet het toch schrijven.’

Jij bent wel op zoek geweest naar jezelf. Je hebt je onder andere ge-out als travestiet Gina Divina. Heb je het gevoel dat je nu jezelf gevonden hebt? 

Guido Belcanto

Belcanto: ‘Ik denk het wel. De vrouwelijkheid die in mij zit, heb ik lang onderdrukt. Daar heb ik lang mee geworsteld. Voor mijn eigen zielenheil kon ik niet anders dan ermee naar buitenkomen. Als ik dat heel mijn leven had moeten verbergen, zou het niet goed afgelopen zijn met mij. Mijn outing heeft toen veel stof doen opwaaien. De media wisten toen al helemaal geen raad meer met mij. Dan vonden ze mij een freak.’

‘Maar die eerlijkheid om me te tonen zonder masker heeft geloond. Het was een strijd die goed is afgelopen. Nu ben ik veel evenwichtiger, rustiger. Ik heb mezelf gevonden. Ik weet wie ik ben.’

Heb je ook verdriet gekend door je eigen pad te volgen?

Belcanto: ‘Ik heb zwarte periodes gekend, ja. Ik heb vier jaar lang een zware depressie gehad. Toen was ik op sterven na dood. Ik dacht dat het, de muziek, nooit meer zou terugkomen (stil). Ik heb serieus moeten knokken om mijn pad terug te vinden. Maar dat is gelukt. Met medicatie en twee vrouwen, mijn zus en een vriendin, bij wie ik in al mijn ellende nog terecht kon.’

‘Het heeft me sterker gemaakt. Vroeger dacht ik dat ik onoverwinnelijk was. Ik leefde erop los. Nu zit ik beter in mijn vel, evenwichtiger. De enorme pieken en dalen die ik vroeger kende, heb ik niet meer. Ik spring nooit meer een gat in de lucht, maar dat hoeft ook niet. Ik vind mijn leven nu veel aangenamer. Ik sta zekerder in mijn schoenen. Ik ben een beetje saai geworden, uit zelfbescherming. Mocht ik nu nog leven zoals in mijn jeugd, dan was ik al lang gestorven. Ik wil nog lang meegaan, omdat ik gelukkig ben.’

Mensen vinden jou een buitenbeentje. Zie jij jezelf ook zo?

Belcanto: ‘Toch wel. Ik voel me niet echt verwant met iemand anders in de Vlaamse muziek. Dat wil niet zeggen dat ik niemand goed vind, maar iemand die hetzelfde doet als ik? Nee, dat niet. Ik voel me een beetje koning eenoog in het land der blinden. Ik vind het wel jammer dat ik nog geen opvolger heb, iemand die de Belcanto-stijl overneemt.’

Als ik een lied heb gemaakt, dan denk ik: Bravo, Guido
Guido Belcanto

Wat maakt jou zo anders dan de anderen?

Belcanto: ‘Dat is moeilijk te zeggen. Ik zit zo in mekaar. Soms kan ik aan mezelf niet uit. Dat wil ik ook niet. Als je te veel over jezelf nadenkt, verlies je je spontaneïteit, je intuïtie. Ik wil mezelf blijven verbazen. Ik wil niet voorspelbaar zijn.’

‘Ik heb een eigen stijl en ben altijd consequent geweest in mijn artistieke keuzes. Ik heb nooit een liedje gemaakt om te scoren. Scoren, een lelijk woord, toch? Ik schrijf een liedje omdat ik iets wil vertellen, omdat ik een emotie wil uitdrukken in een lied. Ik schrijf een liedje omwille van de schoonheid van dat liedje.’

Wat trekt jou aan in het schrijven van een lied?

Belcanto: ‘Het is het ultieme moment van vreugde. Dat zal elke kunstenaar beamen. Het is iets dat je hebt of niet, een talent. Elke artiest heeft de onbewuste drijfveer dat hij zichzelf wil verbazen. Je wilt jezelf wauw vinden. Ik wil kunnen houden van mezelf. Als ik een lied heb gemaakt, houd ik heel veel van mezelf. Dan denk ik: Bravo Guido. Daarna hoop je natuurlijk dat zoveel mogelijk andere mensen het ook wauw vinden.’

Is het eenzaam om je eigen goesting te doen?

Belcanto: ‘Dat hangt samen. Elke kunstenaar is eenzaam. Daarmee moet je kunnen leven. Ik woon al bijna heel mijn leven alleen. Maar dat vind ik een voorrecht. Ik kan hier ongestraft gek zijn. Dat is toch een luxe? Ik verveel me nooit.’

Guido Belcanto volgt zijn eigen weg

Zanger Guido Belcanto is een kluizenaar. Letterlijk en figuurlijk. Hij woont in een huisje, ver weg in de Kempense bossen.  Daar kan hij ongestoord musiceren, en vooral Guido zijn.