'Wie 's nachts werkt, kan een sociaal leven wel vergeten. Vroeger had ik het daar moeilijker mee. Jonge mensen die willen gaan stappen en feestjes bouwen. Een job voor even, maar zeker niet voor het leven.'

'Enfin, dat is hoe ik er toen over dacht, want na een tijdje wou ik nooit nog iets anders (lacht). Meer dan inbrekers, vrees ik de vermoeidheid. Die bestrijd ik met sloten koffie en veel beweging. Ik wandel voortdurend doorheen het museum. De nachtwaker die met de voeten op tafel een dutje doet? Ik zal je een geheim verklappen: die bestaat niet (knipoogt).'