
Kruimelpad
8 vormen van risicovol spelgedrag
Helena Sienaert is docent aan de Arteveldehogeschool in Gent en bezieler van het RePLAY-onderzoek dat ouders wil stimuleren om risicovol spelgedrag bij hun kinderen toe te juichen en te ondersteunen. Kapotte jeans? Moet kunnen! Gebroken ledematen? Geen zorgen, met dank aan Helena's onderstaande tips hoeft het zo'n vaart niet te lopen.

1. Moedig klimmen en klauteren aan
Laat je kind tijdens een boswandeling maar balanceren op een boomstam. Geef het geen handje als het er niet om vraagt. Positieve aanmoedigingen zijn prima!
2. Gevaarlijke plekken zijn oké
Is je kind gefascineerd door het donker? Ga dan samen eens met de zaklamp in de tuin of weide op pad. Help het de gevaren herkennen.
3. Pas op met pas op
Wil je kind eens achterstevoren van de glijbaan glijden? Perfect! Pas alleen op met pas op.
4. Test gevaarlijke voorwerpen uit
Grijpt je kind voortdurend naar de keukenschaar? Laat je kind er dan onder jouw begeleiding mee spelen. Zorg dat hij of zij zintuiglijk mag waarnemen waarom het een gevaarlijk attribuut is. ‘Voel eens hoe hard het prikt.’
5. Stoeien moet kunnen
Op elkaar klauteren of liggen, kan kinderen helpen om grenzen aan te geven. Onderbreek dit speelvechten enkel als het in ruzie uitmondt.
6. Springen mag
Grijp niet te snel in als je kind eens van een paar treden tegelijk wil springen. Gewichtloos zweven en impact ervaren tijdens het vallen vinden ze spannend.
7. Laat spelen zonder toezicht
Je kind dat zonder ouderlijk toezicht op het speelplein ravot? Moet kunnen! Zo leert het op zichzelf aangewezen te zijn.
8. Spot samen waaghalzen
Sta net als de mama van Marlow toe dat je kind naar filmpjes van waaghalzen kijkt. Spanning zien bij anderen genereert ook spanning bij je kind.