
Kruimelpad
Op bedevaart
Als het kriebelt, moet je … op bedevaart gaan. Op weg gaan en even tot jezelf komen, zijn helemaal terug van nooit weggeweest. Etienne, Jeroen, Maria en Christiane hebben zo hun eigen reden om op tocht te gaan.


Wanneer ben je voor het laatst op bedevaart geweest?
‘Ik ben lid van wandelclub De Trekvogels in Boekhoute. Elk jaar in mei gaan we op bedevaart naar de kapel Onze-Lieve-Vrouw van Stoepe in Ertvelde. Dit jaar waren we met bijna tachtig deelnemers. We starten in Boekhoute voor een tocht van twaalf kilometer. Op de heenweg blijven we samen. Op de terugweg volgt iedereen zijn eigen tempo.’
Waarom kriebelt het om onderweg te zijn?
‘Wandelen is verslavend (lacht). Ik wandel elk weekend met de club. Soms trek ik er in de week ook nog op uit, alleen of met mijn vrouw. Met de club wandelen we op ons eigen ritme, niet in groep. Dat is anders op de bedevaart. Daar kiezen we ervoor om samen te zijn. Om met elkaar te praten, elkaar beter te leren kennen. Het is een gezellige activiteit. Onze groep wordt elk jaar groter.’
‘Ik vind beweging en vriendschap belangrijk. Maar ik ben het ook gewoon om in de meimaand op bedevaart te gaan. Ik heb er nood aan.’
Waarom naar Stoepe?
‘We gaan al twintig jaar op bedevaart met de club. Vroeger gingen we naar Oostakker. Maar dat was veel omslachtiger om te organiseren. We vinden het belangrijk dat iedereen mee kan doen. Daarom kiezen we nu voor de kapel van Stoepe. En een tocht van 24 kilometer is al een stevige wandeling, niet?’

Wat haal je eruit voor jezelf?
‘Op bedevaart gaan, zelfs dichtbij, zorgt voor een rustmoment. Ook als je niet gelovig bent. Mijn moeder is al een tijdje overleden. Door naar de grot te gaan, denk ik nog eens aan haar. Voor mij voelt het alsof ze daar is. Ik brand een kaarsje voor haar. Vlakbij ons huis is er een kapelletje. Daar steek ik ook geregeld een kaarsje aan. Voor de kleinkinderen, als ze examens hebben. Of om dicht bij iemand te zijn die me dierbaar is.’
Wat is de kracht van zo’n bedevaart?
‘Samen op tocht gaan is ontspannend, je smeedt banden en komt tot rust. Zelfs de deelnemers die niet naar de kerk gaan, zijn enthousiast. Er is veel vriendschap.’

Welke voorwerp neem je altijd mee?
‘Ik neem altijd dezelfde rugzak mee op tocht. Een hapje en een drankje, een regencape, mijn boekje van de club met mijn kilometers, de inhoud is onmisbaar voor een wandelaar.’
‘Ik rijd overal naartoe om te wandelen, soms tot drie keer per week. Mijn rugzak heeft al heel Vlaanderen gezien. Ik geniet ervan om in de natuur te zijn. Ik zie de mooiste plekjes. Doorgaans dragen we geen fluohesje. Op bedevaart wel, dan wandelen we als groep graag zichtbaar.’

Wanneer ben je voor het laatst op bedevaart geweest?
‘Mijn tocht naar Santiago de Compostela dateert van 2012. Ik ben alleen vertrokken voor een voettocht van 800 kilometer. Ik ben daarna nog verschillende keren alleen op pad geweest. Vorig jaar nog, door de Sierra Nevada.’
Waarom kriebelt het om onderweg te zijn?
‘Op tocht gaan, doet deugd. Mijn tocht naar Compostela kwam op het juiste moment. Ik zat vast, was ongelukkig in mijn job, mijn relatie was op de klippen gelopen, ons huis moest verkocht worden. Ik wilde weg, mezelf terugvinden.’
Waarom naar Santiago de Compostela?
‘Ik dacht meteen aan Spanje, daar voel ik me thuis. Waarom maak je geen voettocht naar Compostela?, vroeg mijn vader. Inderdaad, waarom niet? Ik zou 800 kilometer afleggen, van aan de voet van de Pyreneeën tot in Santiago.’
Wat haal je eruit voor jezelf?
‘Het was de mooiste maand van mijn leven. Op zo’n tocht leer je doorzetten. Zo kreeg ik last van een ontstoken pees. En ik was alleen. Op een verlaten plein ben ik ingestort. Dat was mijn moeilijkste moment. Ik heb me herpakt. Na twee rustdagen ben ik met frisse moed vertrokken. Ik ben mezelf dus enkele keren tegengekomen. Maar, ik heb ervaren dat je er voldoening uithaalt als je niet opgeeft. Een levensles.’
‘De ontmoetingen onderweg zijn verrijkend. Ik heb een deel van mijn reis met een Engelsman en een Ierse afgelegd. We hadden ons eigen tempo, maar kwamen elkaar steeds weer tegen.’

‘Door een maand op pad te gaan, leer je veel bij over jezelf. Wat is belangrijk in mijn leven? Ik heb beseft dat ik rust en eenvoud nodig heb. Ik ben dichter bij mezelf gekomen. Daar ga ik nu mee verder, onder andere in mijn werk. Ik schrijf en ben een uitgeverij gestart. Ik wil mijn eerste roman publiceren.’
Wat is de kracht van zo’n bedevaart?
‘Iedereen heeft het wel eens lastig. Een bedevaart helpt om tot jezelf te komen. De ontmoetingen, de gesprekken, de rust, dat is genieten. Sommige ervaringen doen je stilstaan, voelen zelfs spiritueel aan. Een oude vrouw die mij met een enkele blik begreep toen ze zag dat ik pijn had. De rust die me overviel toen ik tijdens een tocht in de mist plots in een weide vol schapen stond.’
‘Ver of dichtbij, mensen op bedevaart delen iets. Velen worstelen, zijn op zoek naar zichzelf, of willen hun dankbaarheid tonen voor iets dat ze overwonnen hebben. Iedereen heeft zijn verhaal. Eigenlijk kom je als een andere persoon terug, zonder dat je het beseft.’
Welk voorwerp neem je altijd mee?
‘Mijn notitieboekje en pelgrimspaspoort waren heel belangrijk tijdens mijn tocht en liggen nu nog altijd ergens in de buurt. In het paspoort verzamel je stempels. Daarmee kun je bewijzen dat je minstens de laatste honderd kilometer te voet hebt afgelegd. Zo kun je een Compostela krijgen, een certificaat. Ik was langer op tocht. Daar was ik trots op. Ik voelde me geroutineerd, een echte pelgrim.’


Wanneer ben je voor het laatst op bedevaart geweest?
Christiane De Decker (75): ‘Onze bedevaart met Samana Ninove naar Oostakker-Lourdes in mei is een jaarlijkse traditie. Dit jaar heb ik Maria in de rolstoel begeleid.’
Maria Van Laethem (91): ‘Ik woon sinds 1992 in Ninove. Sindsdien ga ik elk jaar mee op bedevaart. Het is nu de tweede keer in de rolstoel. Vroeger deed ik alles te voet. Sinds mijn heupoperatie lukt dat niet meer.’
Waarom kriebelt het om onderweg te zijn?
Maria: ‘Ik ben katholiek opgevoed. Als kind deed ik al elk jaar een ommegang, samen met mijn ouders. Dan deden we een gebed aan verschillende kapelletjes. Ik ga nog elke week naar de mis. Als het goed weer is tenminste, dan wandel ik tot aan de kerk met mijn looprekje. Zolang ik kan, ga ik op bedevaart. Het is bovendien een leuk uitstapje.’
Christiane: ‘Ik ben ook katholiek, en ook ik ga elk jaar mee. Met Samana willen we iedereen de kans geven om een bedevaart te kunnen doen. We begeleiden onder andere ouderen en mensen met een beperking. Op bedevaart kun je tot rust komen, samenzijn. Die verbondenheid merk ik bij alle pelgrims, hier en elders. Ik vind gebed onmisbaar. Het neemt voor mij als christen een centrale plaats in in mijn leven.’
Waarom naar Oostakker-Lourdes?
Christiane: ‘De Mariagrot en de kerk zijn een plaats van ontmoeting, vlakbij en voor iedereen toegankelijk. Onze Lieve Vrouw is een belangrijk persoon voor mij. Ze neemt mij mee in haar spoor, in het geloof. Oostakker-Lourdes is wonderlijk. Het voelt hier voor mij aan als een oase van rust en stilte.’

Wat haal je eruit voor jezelf?
Maria: ‘Ik woon nog zelfstandig. Ik ga elke week kaarten en dankzij mijn kruiswoordraadsels heb ik nog een goed geheugen. Daar ben ik dankbaar voor.'
'Op bedevaart denk ik aan de mensen die ik graag zie. Ik heb geen kinderen, maar ik heb altijd voor mijn ouders en mijn broers gezorgd. Dicht bij hen zijn, geeft me een goed gevoel.’
Wat is de kracht van zo’n bedevaart?
Christiane: ‘De stilte en de ontmoetingen zijn zo bijzonder. Daar staan we te weinig bij stil.’

Welk voorwerp neem je altijd mee?
Maria: ‘Elk jaar koop ik hier een kaars die ik dan aansteek in de grot. Het is een manier om te tonen dat ik aan mijn ouders en vier broers denk.’
Christiane: ‘De mensen die de grot bezoeken hechten er veel belang aan om een kaars te kunnen branden. Zo kunnen ze aan familie en vrienden tonen dat je hen nooit zullen vergeten.’