
Kruimelpad
(Adem)ruimte dankzij de schoolstraat
De Week van de Mobiliteit is een ideaal moment om stil te staan bij je verplaatsingen. En die van je kinderen. Dankzij de schoolstraat kunnen kinderen veiliger te voet of met de fiets naar school.

Een schoolstraat wordt aan het begin en het einde van de schooltijd verkeersvrij gemaakt. ‘We zijn blij met de aandacht naar aanleiding van de Week van de Mobiliteit’, vertelt Jan Christiaens van mobiliteitsorganisatie Mobiel21.
‘We hameren al lang op de vicieuze cirkel aan de schoolpoort: ouders brengen hun kinderen met de auto omdat het steeds drukker en gevaarlijker wordt, maar doordat ze dat doen, wordt het nog drukker en gevaarlijker. Een schoolstraat doorbreekt die spiraal.’
Een schoolstraat is ook gunstig voor het welzijn. ‘Te voet of met de fiets verloopt het schooltraject meer ontspannen dan met gestresseerde ouders aan het stuur. Tegelijkertijd vermindert een schoolstraat de luchtvervuiling rond de scholen.’
Knelpunten in kaart
Binnen duurzaam woon-schoolverkeer is de schoolstraat maar een van de aandachtspunten. Want kinderen bewegen zich ook elders op de weg.
‘Er is ook aandacht nodig voor de schoolroutes en de knelpunten die zich daar bevinden: een gevaarlijke steenweg, een druk kruispunt ...'
'Scholen kunnen bijvoorbeeld een schoolroutekaart opstellen met alternatieve routes waarlangs kinderen veilig van en naar school kunnen.’
‘Kinderen vinden het fijn om zo veel mogelijk zelf naar school te gaan’, gaat Christiaens verder. ‘We raden altijd aan om daar zo vroeg mogelijk mee te experimenteren, als ze klein zijn natuurlijk onder begeleiding. Parkeer bijvoorbeeld wat verder en stap samen de laatste meters.’
Sneller autonoom
Behalve de extra beweging voor je kind - en voor jezelf - is er nog een reden om kinderen met het verkeer aan de slag te laten gaan: ‘Kinderen die elke dag op de achterbank zitten, hebben minder theoretische kennis: ze weten niet hoe voorrang van rechts werkt of hoe het eraan toegaat op kruispunten en oversteekplaatsen.’
‘Kinderen leren door te doen. Dat begint met kleine dingen. Zo vindt mijn dochter van vijf het moeilijk om over te steken omdat ze de snelheid van de auto’s niet kan inschatten.'
'We gebruiken als referentiepunt een reclamebord dat we vanop het zebrapad zien. Rijdt de auto er nog achter, dan mag ze oversteken, anders niet. Op die manier bouwen kinderen verkeerszinzicht op en zijn ze sneller autonoom op de weg.’