
Kruimelpad
Hoe steun je je kinderen tijdens de blokperiode?
Studerende kinderen ondersteunen, het is niet simpel. Ouders geven zichzelf daarvoor gemiddeld 6,7 op 10. Dat blijkt uit een enquête die Teleblok, de gratis anonieme chatlijn van CM, afgenomen heeft bij 1 200 ouders. Linda (53) is mama van vier en heeft dus wel wat ervaring met blokkende studenten: ‘Ze moeten vooral voelen dat je er voor hen bent, zonder te betuttelen.’

Linda en Gert hebben drie dochters en een zoon. Een van de dochters is intussen afgestudeerd, twee dochters zitten middenin hun opleiding, een zoon vat over een paar maanden hogere studies aan. Binnenkort starten de examens.
Astrid (21), de derde in de rij, studeert ergotherapie aan de Artevelde Hogeschool in Gent. ‘Ik kan wel eens wakker liggen van mijn examens. Vooral als ik de leerstof niet kon herhalen voor een examen. Stress! Nu ik op kot zit, deel ik dat soort momenten met vriendinnen. Als die aangeven dat ze het ook moeilijk hebben, dan doet dat deugd: gedeelde smart is halve smart.’
‘Als ik thuis studeer, kan een wandeling met mama de stress ook verminderen. Ze is goed in peptalk geven. Als we ons zorgen maken, dan kunnen we bij onze ouders terecht.’ Dat bevestigt Linda. ‘Mijn man en ik zijn een team. Wij houden de communicatie met onze kinderen maximaal open. Als het niet goed loopt, dan kunnen ze dat gerust tegen ons zeggen. En dat doen ze ook.’
Op kot
Linda en haar echtgenoot Gert willen hun kinderen nochtans niet betuttelen. ‘Je voedt je kinderen op om ze op tijd los te laten’, zegt Linda daarover. Toch was het even wennen toen de oudsten op kot gingen. ‘Het eerste jaar pendelden ze. Maar het werd ingewikkeld en ze klaagden over tijdverlies. Nu zeggen we dat de kinderen na hun eerste jaar op kot mogen.’
Dat was wel een moeilijke overgang voor Linda en Gert: ‘Als je kinderen op kot gaan, kun je niet meer alles controleren. Tegenwoordig reken je er wel een beetje op dat je hun whereabouts kent. De smartphone schept die verwachting nu eenmaal. Maar eigenlijk hoeven we die niet te weten. Loslaten heeft een week geduurd, daarna was het over. We vertrouwen erop dat ze het goed doen.’
Afleiding
Of de kinderen moeite hebben om zich te focussen tijdens de blok? Linda: ‘Arthur, de jongste, is best wel gedisciplineerd als hij studeert. Maar mijn dochters zijn enorme boekenwurmen. Op een bepaald moment moest ik de boeken zelfs verstoppen. Het is positief als je kinderen graag lezen, maar het zorgde voor te veel afleiding’, zegt ze.

Een andere vorm van verstrooiing zijn de vele huisdieren die het gezin thuis heeft. ‘Elk van onze kinderen heeft de verantwoordelijkheid over een dier. Als ze op reis of op kamp zijn, moet de zorg overgenomen worden. Maar dat gaat op een heel natuurlijke manier, bijna zonder woorden. Alleen voor de goudvissen moeten er expliciet afspraken gemaakt worden (lacht). Die hoor je niet als ze honger hebben.’ Voor Astrid is de zorg voor haar kat de ideale pauze: ‘Even weg uit de cocon, een frisse neus halen en dat beestje knuffelen, dat doet echt deugd.’
Verwennerijtjes
Linda en Gert bieden op heel wat manieren steun aan hun studerende kinderen. ‘We mogen ze niet ondervragen. Maar ze laten ons wel werkstukken nalezen. En proefkonijn spelen voor mijn dochter die experimentele psychologie studeert, dat doen we ook.’
Maar er zijn ook de vele kleine verwennerijtjes. ‘Ik geloof in de kracht van bananen’, zegt Linda. ‘Tijdens de blok maak ik er liters smoothies van. Of blauwe bessen. Ik schotel hen er een hele hoop van voor.’
En het vervoer van en naar het kot, daar zorgen ze ook af en toe voor. ‘Eigenlijk kunnen ze met de bus gaan. Maar tijdens de examens waarderen ze het heel erg als wij hen brengen’, zegt Linda. ‘Dan hoeven ze niet met hun vuile was te sleuren. En belangrijk: er wordt gebabbeld tijdens de rit. Je komt op die manier wat te weten van elkaar. Anders komt dat er niet van.’
Niet te gewoontjes
Astrid en Arthur spreken met genegenheid over de berichtjes die ze van hun ouders krijgen voor elk examen. ‘Ze moeten ze wel op tijd sturen natuurlijk, want ik vind ze vree plezant om te krijgen’, zegt Astrid.

Het zijn niet zomaar aanmoedigingsberichtjes, ze springen in het oog. ‘Succes klinkt veel te gewoontjes, toch?’ zegt Linda. ‘Wij maken er ons werk van. Een voorbeeldje? Wat er zo prachtig is aan deze dag? Vandaag maak jij niet zomaar een examen. O nee, jij gaat prof en assistent verbazen met je sublieme kennis over deze materie! En zo gaat het nog even door, het zijn geen korte berichtjes’, grinnikt Linda.
En na het examen? ‘Ook dan stuurt mama een berichtje’, zegt Arthur. ‘Om te vragen hoe het was. Natuurlijk antwoord ik, ik laat haar niet in spanning. Maar het antwoord komt niet altijd onmiddellijk. En ook niet uitgebreid. Ik ben nogal op mezelf en ik heb ruimte nodig’, glimlacht hij. ‘Maar ik vind het fijn te weten dat ze me steunen.’
‘Van het ene kind krijg je meer reactie dan van het andere’, zegt Linda. ‘Maar dat betekent niet dat er iets aan de hand is. Als je als student voelt dat je ouders er onvoorwaardelijk voor je zijn, dan is dat al heel wat. Mijn lievelingsquote is er een van de Braziliaanse schrijver Paulo Coelho: Als je iets wilt, spant het hele universum samen om ervoor te zorgen dat je je droom verwezenlijkt. Dat kan tellen als aanmoediging, vind ik.’
Driekwart van de ouders van blokkende studenten ervaart stress tijdens de examens. Ook zij kunnen rekenen op Teleblok.