Dag innerlijke criticus, zit jij in het hoofd van iedereen?

‘Volmondig ja, ik ben een universeel begrip in het menselijk bestaan. Bij sommigen neem ik te veel plaats in, bij anderen ben ik weinig ontwikkeld of door de levensloop ondergesneeuwd, bijvoorbeeld door tegenslagen die het nodige vertrouwen hebben gekwetst. Iemand die twijfelt, die onzeker is, die moeilijk tevreden kan zijn met zichzelf of heel erg afhangt van de goedkeuring van de anderen is heel vatbaar voor mij.’

‘Maar je moet pas echt bezorgd zijn als ik te weinig in je brein aanwezig ben. Dan denk je dat je alles juist doet, je stelt je geen vragen en houdt geen rekening met twijfels, nuances en anderen. Je leidt dan haast een trumpiaans bestaan. Je gaat gewetenloos recht door zee. De grote kunst is om mijn positie mooi in evenwicht te houden binnen jezelf.’

Wie ben je eigenlijk en wat is je doel?

‘Ik ben je innerlijke geweten, je ethische sturing als het ware. Ik besta omdat ik nodig ben. Het menselijke bestaan kenmerkt zich door voortdurende interactie, je leeft met anderen. Dat sociale aspect kan maar werken als mensen ook gewetensvol reflecteren. Ik zorg ervoor dat je kritisch naar jezelf kunt kijken, zorgzaam bent en de dingen goed wilt doen.’

‘Om het met een gedicht te zeggen: ‘t Is goed om in eigen hert te kijken des avonds voor het slapengaan. Het is goed om je af te vragen: wat heb je vandaag betekend in de wereld? Is het oké wat je aan het doen bent? Heb je wel rekening gehouden met anderen? Het is belangrijk om de noden en de zorgen van de medemens in acht te nemen en daarvoor ben ik zeker nodig. Ik vind trouwens dat je me beter innerlijke reflector noemt, want criticus klinkt zo negatief.’

Ik ben op mijn best als ik liefdevol kritisch mag zijn
de innerlijke criticus

Ben je dan niet negatief meestal?

‘Soms durf ik er inderdaad wel eens over te gaan … Maar je moet mij ook niet altijd blindelings geloven als ik te negatief ben. Het is goed om na te denken over wat ik zeg en dan je eigen mening te vormen. Weet je, ik ben op mijn best als ik liefdevol kritisch mag zijn. Dan kun jij jezelf nog graag zien, ook als we samen streng toekijken op wat je aan het doen bent. Het ideale is dat je door mij tot de conclusie komt: volgende keer ga ik het anders aanpakken. Dat je leert van mij.’

Wanneer ben je in het menselijke brein geslopen?

‘Ik kom uit de tijd van je opvoeding. Ik ben in feite het resultaat van je opvoeding. Wat jij als kind hebt meegekregen van je ouders en van andere belangrijke mensen uit je omgeving, heeft mijn aard gevormd. Hoe jij begrenzing hebt meegekregen over wat mag en niet mag, zegt veel over mijn basiskarakter.’

‘Als je bijvoorbeeld heel streng bent opgevoed en je niks mocht omdat je anders woeste opmerkingen kreeg, kan ik later heel beangstigend worden. Ik ga dan heel afbrekende dingen tegen je zeggen, terwijl ik idealiter je opbouwend zou willen toespreken. Of stel dat je ouders je maar lieten doen – geen grenzen meegaven – dan ga ik niet ontwikkeld worden. Wat ook zeker niet goed is.’

Wat jij als kind hebt meegekregen, heeft mijn aard gevormd
de innerlijke criticus

‘Pas als je opvoeders je liefdevol begrenzend de weg hebben gewezen door af en toe te zeggen wat niet goed is en naargelang de leeftijd daar ook wat uitleg bij geven, ga ik later goed functioneren. Dan wijs ik je verder de weg, ook zonder je ouders erbij.’

‘En laat me benadrukken dat het verder gaat dan je ouders alleen. Ze zeggen wel eens dat je een dorp nodig hebt om een kind op te voeden. Alle belangrijke mensen uit je kindertijd vormen mij mee. Denk bijvoorbeeld aan familie en leerkrachten.’

‘Mijn ontwikkeling houdt ook nooit op. Ik zal heel je leven blijven evolueren door de interacties die jij aangaat. Je relaties – zeker je liefdes en eventueel de opvoeding van je kinderen – hebben een grote invloed op mij.’

Wat kan ik doen om je te temmen als je toch te afkeurend klinkt?

‘Je bewust worden van mij en in het hier en nu mild oordelen over jezelf. Als je inziet dat ik gebaseerd ben op wat je meekreeg in je opvoeding en je kunt beseffen dat die negatieve oordelen niet meer geldig zijn nu je volwassen bent, ga ik niet meer zo streng klinken.’

‘Luister heel aandachtig naar mij. Ga met me in dialoog. Waarom zeg ik wat ik zeg? Hoe zit dat? Bekijk waarin ik gelijk heb en waarin ik ongelijk heb. Negeer me vooral niet. Ontken me niet, duw me niet weg. Dat werkt niet. Want dan blijf ik opkomen.’

Dirk De Wachter met zijn kleine innerlijke criticus op de schouder

‘Als je in de spiegel kunt kijken en mild kunt zijn voor jezelf – als je tegen jezelf kunt zeggen: Ik mag er zijn – heb je mij in een gezond evenwicht gekregen.’

Heb je concrete tips om je in dat evenwicht te krijgen?

‘Schrijf eens een paar weken op wat ik allemaal tegen je zeg. Zet het bijna ongedierteachtige kluwen wat ik veroorzaak op papier. Zo kun je zicht krijgen op, orde scheppen in en ook wat afstand nemen van al het krioelen in je hoofd. Dat gaat je al meteen wat rust geven. Dan staat het daar.’

‘Geef mij als tweede stap antwoord. Probeer de zurige gewetensoprispingen die ik je toefluister op een rationele, nuchtere, liefdevolle manier te counteren. Dat kun je perfect zelf – wat je zelf doet, doe je altijd beter. Als je het niet alleen kunt, laat je dan begeleiden door een therapeut. Die zal je handvatten bieden en een veilig kader scheppen. Maar vergis je niet, je zult het nog altijd zelf moeten doen.’

Vanaf het moment dat ik je dagdagelijkse functioneren verstoor en je echt onder mij lijdt, moet je hulp zoeken
de innerlijke criticus

Hoe weet je wanneer je professionele hulp moet inschakelen?

‘Vanaf het moment dat ik je dagdagelijkse functioneren verstoor en je echt onder mij lijdt, moet je hulp zoeken. Als je bijvoorbeeld dingen mijdt omdat je denkt dat je niks kunt, want vroeger zei je vader altijd dat er van jou toch niks zou terechtkomen, dan heb je een probleem. Als je dat veel hoorde als kind, ga ik dat blijven herhalen tegen je later. Dan is een therapeutische interventie nuttig en nodig.’

‘Als je mij regelmatig hoort en je leven voor de rest gewoon zijn gang gaat, is er geen probleem. Dat is volkomen normaal.’

‘Hoor je mij nooit? Dat is verre van normaal. Mogelijk zal jouw directe omgeving daaronder lijden en nood hebben aan professionele hulp. Al zou jij beter zelf hulp zoeken, want dingen kunnen uit de hand lopen zonder mij in je hoofd. Laat je professioneel begeleiden om mij alsnog te vinden in je hoofd en mij op een gezonde manier te ontwikkelen.’

Verdwijn je nog naar de achtergrond bij het ouder worden?

‘Je zult mij met de jaren meer uitvergroot ervaren. Het zal dus aanvoelen alsof ik meer op de voorgrond kom. Als ik overheersend negatief was, zal ik negatiever worden. Als ik liefdevol kritisch kon zijn, zal ik positiever worden.’

Kunnen we vrienden worden?

‘Zeker, een vriendschap met mij kun je onderhouden door ‘s avonds na te gaan wat je vandaag gedaan hebt. Probeer dat te verwoorden op een positieve manier. Waar kun je content over zijn? Zo help je mij om me positief te stemmen en mijn kritische deel wat te dimmen.' 

'Wandel eens een blokje rond of zet een mooi muziekje op en overschouw je dag. Met één keer dat te doen worden we geen goede vrienden, maar als je er een vast ritueel van maakt wel.’

‘Of vertel je partner of een goede vriend over mij. Je moet niet altijd alles delen, maar omdat we zijn in de aanblik van de ander kan dat helpen.’

Een blik achter de schermen van dit interview

Een psychiater vragen om in de rol van innerlijke criticus te kruipen, dat ging ietwat schoorvoetend. Maar Dirk De Wachter nam de uitdaging met veel enthousiasme aan en nodigde me uit aan de tafel in zijn woonkamer. Een woonkamer die bulkte van de authenticiteit met kunst, boeken, foto's en curiosa. Tussendoor kwamen twee hartelijke mannen een tapijt leveren. De ochtendzon stroomde binnen langs het raam achteraan. Dat raam gaf zicht op de speelplaats van een school. Zorgeloos kindergejoel klonk op de achtergrond. De perfecte soundtrack voor een interview dat als ongedwongen speeltijd met inhoud voelde.