Professor Piet Bracke is gezondheidssocioloog aan de Universiteit Gent. Hij deed onderzoek naar stigmatisering in de geestelijke gezondheidszorg.

‘Het is normaal dat we mensen indelen in groepen’, vertelt hij. ‘Het is een manier om ons te identificeren met anderen. Maar we maken de fout om op een groep een bepaald kenmerk te kleven. Bijvoorbeeld: professoren zijn superintelligent. Dat etiket klopt niet, zeker niet voor de hele groep.'

'Zo ontstaan er stereotypen. We denken allemaal in stereotypen en we worden allemaal stereotiep behandeld.’

Stigma's veranderen doorheen de tijd
Piet Bracke

Hoe wordt zo'n etiket een stigma?

Piet Bracke: ‘Het etiket dat alle professoren superintelligent zijn, is fout, maar het kan weinig kwaad. Het wordt een probleem als je een negatief etiket kleeft op een groep. Bijvoorbeeld: rokers hebben een zwak karakter. Dat negatieve stereotype doet afbreuk aan de reputatie van rokers. Als zo’n negatief beeld leeft in de maatschappij, noemen we het een stigma.’

Een stigma wordt gedragen door de maatschappij?

‘Ja, elke samenleving heeft zijn groepen die gestigmatiseerd worden. Stigma’s verschillen dus van cultuur tot cultuur. Als er veel sociale ongelijkheid en wantrouwen is, wordt er meer gestigmatiseerd. Mensen zien elkaar dan als concurrenten.'

'Wie zich benadeeld voelt, wijst voor de schuld naar een ander. De groep waarop het stigma kleeft, is anders en abnormaal. Zij ervaren statusverlies. Dat kan leiden tot uitsluiting of discriminatie.’ 

‘Stigma’s veranderen doorheen de tijd. In het midden van de vorige eeuw was roken heel gewoon en sociaal aanvaard. Het stigma op roken ontstond pas toen onze maatschappij ging focussen op een gezonde levensstijl. Wie een ongezonde levensstijl aanhoudt, wordt met de vinger gewezen.’ 

Mensen met psychische problemen leefden aan de rand van de maatschappij
Piet Bracke

Bestaat het negatieve beeld over psychische stoornissen al lang?

‘Stigmatisering is van alle tijden. Op schilderijen van Bruegel en andere oude meesters wordt de spot gedreven met kreupelen en gekken. Deze mensen leefden aan de rand van de maatschappij. '

'Ook later werden mensen met psychische problemen afgezonderd. Het is geen toeval dat psychiatrische instellingen vaak buiten de steden lagen, weg van de bewoonde wereld. Door de afstand met andere mensen nam het stigma nog toe.’

De laatste jaren krijgt mentaal welzijn meer aandacht. Helpt dat om het stigma te doorbreken?

‘Zeker, er is al veel ten goede veranderd. Mensen met psychische klachten maken meer deel uit van de maatschappij. Naar een psycholoog of therapeut gaan klinkt voor jonge stedelingen niet meer zo negatief. Mensen getuigen over hoe ze geholpen zijn door professionele hulp te zoeken.'

'Naar een psychiater gaan is echter al een grotere stap dan naar een therapeut gaan, en het grootste taboe is nog steeds een opname in een psychiatrisch ziekenhuis.’

Foute etiketten blijven lang plakken
Piet Bracke

Wat maakt dat wij daar zo afkerig tegenover staan?

‘In onze huidige maatschappij is rationeel gedrag de norm. Ons leven is een opeenvolging van projecten die we succesvol willen realiseren. In ons privéleven willen we even efficiënt zijn als op de werkvloer.'

'Mensen met een psychische kwetsbaarheid passen daar niet in. Soms ervaren we hen als onvoorspelbaar. We vrezen dat ze zich niet rationeel gedragen en niet doelgericht denken. We vertrouwen hun oordeel niet.'

'Dat zijn foute etiketten, en ze blijven lang plakken. Het idee leeft namelijk dat je nooit helemaal herstelt van een psychische aandoening, dat je er gevoelig voor blijft en elk moment kunt hervallen. Stel jezelf eens de vraag: zou je een ex-psychiatrische patiënt bij jou thuis laten babysitten? Die stempel maakt het voor mensen moeilijker om de stap te zetten naar hulpverlening en om sociale contacten te onderhouden.’

Vertrek niet vanuit een stoornis, maar vanuit de persoonlijke levenservaring
Piet Bracke

Doet de hulpverlening niet zelf aan stigmatisering door mensen in te delen volgens verschillende soorten stoornissen?

‘Veel mensen worden goed geholpen in de geestelijke gezondheidszorg. Het is voor sommige hulpverleners wel een valkuil om een stoornis op iemand te plakken en vervolgens die persoon te herleiden tot die stoornis. De normale mens achter de patiënt wordt niet herkend.'

'Iedereen gebruikt zijn gevoelens en ervaringen om richting en zin te geven aan het leven, ook mensen met psychische problemen. Veel hulpverleners zien die gevoelens, gedachten en gedragingen echter als een onderdeel van de psychiatrische stoornis en bestempelen ze vervolgens als abnormaal.'

'Dat is heel bevreemdend voor de patiënt. Het doet hem twijfelen aan zichzelf, hij begint zelf te geloven dat hij abnormaal is en vertrouwt zijn normale gevoelens niet meer. Dit schept ook afstand omdat de patiënt als anders dan de andere wordt ervaren.’

‘Meer en meer raken hulpverleners zich van dat gevaar bewust. Ze beseffen dat ze psychische problemen niet als psychiatrische stoornissen of ziektes moeten beschouwen. Het is belangrijk om niet te vertrekken vanuit een ziekte of een stoornis, maar vanuit de persoonlijke levenservaring van de patiënt en zijn sociale context. Hulpverlener en patiënt moeten als gelijken tegenover elkaar staan.’     

Wie denkt dat het hem niet zal overkomen, is nog niet op zijn grens gebotst
Piet Bracke

Wat kunnen we zelf doen om minder stigmatiserend te denken?

‘Wees kritisch tegenover jezelf. Als je jezelf betrapt op een stereotype gedachte, weet dan: o, ik doe het weer. Luister welwillend naar mensen in plaats van te beoordelen en te beschuldigen.'

'Besef ook dat we allemaal psychisch kwetsbaar zijn. Wie denkt dat het hem of haar niet zal overkomen, is gewoon nog niet op zijn grens gebotst. Daarom is het zo belangrijk om te weten waar we terecht kunnen als we het zelf niet meer aankunnen.'

'Spreek familie, vrienden en anderen aan voor hulp en steun. En als dat niet kan, moeten we zonder schroom professionele hulp inschakelen in plaats van ons te isoleren.’