
Kruimelpad
Wat je kunt leren van de blinde Mei Lan
Je ogen zijn kostbaar. Je hebt er maar twee en je moet ze goed verzorgen. Maar soms heb je gewoon brute pech zoals Mei Lan Ng (30). Zij moet blind door het leven. Hoe kijk je dan naar de wereld?

Ze zit voor me, in mijn laptop. Zij in Leuven. Ik in Antwerpen. De Leuvense zon gooit een gloed over de linkerkant van haar gezicht. De rechterkant blijft donker. Net als ik me bedenk dat dit een van de meest artistieke beelden is die ik al heb gezien tijdens een Zoom-gesprek, trekt ze het gordijn plots dicht. ‘De zon schijnt zo fel.’
Mei Lan ziet de zon niet meer, maar ervaart ze wel. Op haar huid. In haar hart. Ze heeft nog maar dertig jaren op de teller, maar haar pad werd al vroeg woelig. Ze werd goedziend geboren. Geen wolkje aan de lucht. Toen ze vijf jaar was, reageerde ze allergisch op een aspirine.
Waziger en waziger
Mei Lan: ‘In het begin had ik enkel wat huiduitslag, maar al gauw steeg mijn koorts. Ze hielden me in een kunstmatige coma zodat ik de pijn niet voelde. Ik herstelde, na drie weken mocht ik het ziekenhuis verlaten.’

Mei Lan zit in het eerste leerjaar als haar juf opmerkt dat ze moeite heeft om het bord te lezen. De allergische reactie heeft wondjes op haar hoornvlies gemaakt. Mei Lan ziet waziger en waziger. Ze krijgt begeleiding voor wat plots een visuele beperking blijkt. In haar derde leerjaar oefent ze braille, voor de zekerheid. In het vierde heeft ze het fulltime nodig.
Maar liefst veertien oogoperaties volgen in haar tienerjaren. Pas op haar negentiende zou ze de verlossende hoornvliestransplantatie kunnen krijgen. ‘Ik ben opgegroeid met het idee dat het tijdelijk was. Ik dacht: ik doe dit wel even - ze zingt een zorgeloze la la la - en dan is het voorbij.’
‘Ik was zestien toen een oogarts ietwat lompweg zei: ik weet niet of een transplantatie wel de moeite is, je hebt ook schade aan je oogzenuwen.’ Mei Lans toekomst lag aan diggelen. De tweede en derde opinie bevestigden het verdict. ‘Toen pas drong het door: nu ben ik voorgoed blind.’
Nieuwe toekomst gezocht
‘Ik had altijd nagedacht over een toekomst waarin ik zou zien. Nu moest ik plots een nieuwe bedenken. Ik wil natuurlijk ook wel wat in het leven. Blind zijn is een deel van mij, maar het krijgt niet de hoofdrol.’ En dus ging Mei Lan radio studeren in Brussel. En wou ze op kot. En daarna naar Costa Rica voor een master na master Media-, vrede- en conflictstudies. Met een stage in Palestina.
‘Als ik daar nu op terugkijk, wou ik gewoon heel hard bewijzen dat ik niet blind was. En er nog een schepje bovenop doen.’ Ze lacht, haast sussend. Alsof ze haar jongere ik ergens wel begrijpt. ‘Gààn, dat was mijn mentaliteit. Niet gemakkelijk, maar spannend. En vermoeiend.’

Weg met dat oog
Op haar 24ste kwam de crash. ‘Logisch, ik had nooit actief gerouwd om het verlies van mijn zicht.’ Het was pas toen Mei Lans lichaam én geest stop zeiden, dat ze wel moest stilstaan. ‘Ik heb maanden in mijn pyjama in de zetel gezeten. De vermoeidheid barstte los.’
‘Toen kwam ik op het punt: weg met dat oog.’ Mei Lan bladert door haar gedachten van dat moment. ‘Ik was aangekomen bij het allerergste, dat ik mijn ogen zou verliezen. Maar was dat wel het ergste? Misschien kon het ook iets goeds zijn: het afsluiten van een periode. Ik besloot bewust om uit het drama te stappen. Ik stemde in met een operatie om mijn ogen te laten verwijderen en er plastic handgeschilderde ogen in te zetten.’
Als je stopt met proberen
Het moment dat Mei Lan uit de operatie ontwaakte, omschrijft ze als magisch. ‘Zonder ogen ben je het meest blind dat je kunt zijn, maar ik had het gevoel dat ik meer zag dan ooit.’ Met een brede glimlach die haast van het computerscherm spat, zegt ze dat het échte zien voor haar op dat moment begon.
‘Ik dacht dat ik ging wakker worden in het donker, maar ik voelde waar het raam was in de ziekenhuiskamer. Ervoor was ik te gefocust op een verwaarloosbaar beetje licht dat ik nog zag en had ik te weinig aandacht voor de rest van mijn zintuigen. Ik was zo gehecht aan het zien, dat ik voor niets anders openstond.’
Ze herinnert zich hoe verbaasd ze was toen ze voor het eerst hoorde waar de paaltjes op het voetpad stonden. ‘Ervoor tikte ik alles aan met mijn stok. Als je stopt met te proberen, opent zich iets anders. En zo is het met veel in het leven.’
De vraag is: hoe dan?
Een leuke job vinden, shoppen, tv kijken, fuiven, reizen, lopen, zelfs surfen … Mei Lan stelt zich niet de vraag of iets kan. Haar vraag is gewoon: hoe dan? ‘Het is een kwestie van de juiste hulp te zoeken. Mijn nieuwsgierigheid wijst me de weg.’
Zo rolde ze door bewustzijnsopleidingen te volgen zelf in de job van coach. ‘Intussen heb ik al vier jaar mijn eigen bedrijf Insight Out. Blind zijn is daar mijn grootste kracht. Doordat ik niet ben afgeleid door het visuele pik ik subtiele verschillen op in mensen hun stem. Ik luister hoe iemand iets zegt en voel zo de eigenlijke emotie. En ik kan me inleven in hoe slecht mensen zich kunnen voelen. Ook al gaat het over iets anders.’

‘Artificiële intelligentie helpt me dan weer met e-mails en internet. Er zijn televisieseries met audiodescriptie. In de bioscoop kun je zelfs via een app beschrijving krijgen bij een film. Het aanbod is nog beperkt, maar breidt hopelijk snel uit.’
Ze giechelt dat ze het anders wel aan haar lief vraagt. ‘Maar hij is niet altijd objectief en het is ook vermoeiend voor hem. Ik let erop dat ik niet alle hulpvragen bij hem leg. Dat mag geen evidentie zijn omdat hij toevallig goed kan zien. Ik wil geen last zijn.’
Ze heeft een breed netwerk, geeft ze nog mee. En dat ze goed is in vriendschappen, zegt ze met enige trots. ‘Doordat ik blind ben, moet ik wel contact maken.’
Liefde, een gevoel
Dat lief dat nu al 3,5 jaar aan Mei Lans zijde staat, is Gert. ‘De basis van liefde heeft weinig te maken met zien of niet zien. Het is een gevoel. In eerste instantie ben je dan niet bezig met blind zijn. Als je gaat samenwonen wel, omdat je dan meer moet vragen.’
‘Ik vind samenwonen sowieso een van de leukste én moeilijkste dingen in het leven. Je moet het best een beetje blind zijn om voortdurend met iemand je leven te delen. Gert wil bijvoorbeeld altijd zelf poetsen. Hij is heel precies en wil het op zijn manier. Zelfs als ik kon zien, zou hij het nog alleen willen doen (grijnst).’
Ze slikt even en gaat dan verder. ‘Wat we wel heel erg missen, is oogcontact. Elkaar gewoon eens diep in de ogen kunnen kijken. Zoiets simpel, maar het kan niet. We praten er geregeld over, dat dat jammer is. En dat het oké is als je partner om een of andere reden niet perfect is.’
Of ze zich nooit afvraagt hoe haar leven eruit zou hebben gezien als het niet zo was gegaan? ‘Ik heb soms wel iets van: kom hè, ik heb mijn lessen nu wel geleerd. Laat me nu maar weer zien (lacht). Maar ik denk bewust niet te veel aan die parallelle wereld.’
‘Voor hetzelfde geld was ik een pony op een regenboog. Er zijn miljoenen opties. Maar daarover speculeren heeft geen zin. Ik denk liever dat elk moment een nieuw moment is waarop ik kan kiezen hoe ik in het leven sta. Dat kan nog. En dat is de ultieme vrijheid.’
Wist je dat er een audioversie van Leef bestaat?
Van elk nummer van Leef is er een audioversie. Zo kunnen mensen die slecht of niet kunnen zien, de artikels beluisteren. Onder de rubriek LUISTER (VOORGELEZEN) vind je de audiofragmenten.