‘Opeens was je weg, de dood in. Tel ik maanden verder, geen seconde met en zonder, jij overal en nergens.’ Els Verbelen (44) leest voor uit een brief naar Lieven, de man met wie ze kinderen kreeg.

De tekening voelde als een zacht laagje over mijn verdriet
Els Verbelen

Ze schreef de woorden op nadat hij uit het leven stapte, ‘heel plots, van de ene dag op de andere’. Els vertelt over hem met tranen in de ogen, maar met een glimlach op haar gezicht. Die tranen vallen niet, maar blijven een heel gesprek lang parelen.

Naast haar aan tafel luistert illustrator Sassafras De Bruyn aandachtig. Het is niet de eerste keer dat de brief Sassafras raakt. Els heeft die opgestuurd naar Postkantoor 00/00/00, een initiatief waarbij nabestaanden een brief kunnen sturen naar overledenen. Sassafras is een van de vier kunstenaars die brieven in ontvangst neemt en er illustraties bij maakt, als beeldend antwoord.

Gevoel tussen woorden

Voor Els maakte Sassafras een tekening van een papieren bootje, dobberend op zee. ‘Ik herinner mij jouw brief nog, Els. Er zat veel zorgvuldigheid in. En er stond een stempeltje van een bootje op.’

Veel mensen schrijven het verdriet van zich af. Hun handschrift verandert, soms zijn er vlekken van tranen
Sassafras De Bruyn

Hoewel Els er in de tekst zelf niet naar verwees, werd het uiteindelijk de inspiratie voor de illustratie. ‘Dat bootje, dat hoort bij Lieven: de zee zat in zijn genen’, zegt Els. ‘De tekening die ik terugkreeg, voelde als een zacht laagje over mijn verdriet. Iemand zag mijn pijn en verzachtte dat.’

Van die woorden wordt Sassafras op haar beurt ‘heel verlegen’. Ze glimlacht naar Els. ‘Mensen reiken vaak meer aan in een brief dan ze beseffen. Het is ongelofelijk bijzonder dat wij dit mogen lezen.’

‘Bij het tekenen volg ik mijn eerste indruk,’ vertelt Sassafras, ‘probeer het gevoel tussen de  woorden te vatten. Ik neem er mijn tijd voor, aan het einde van de werkdag. Soms lees ik er een, soms ook meerdere na elkaar.'

'Meestal ben ik in tranen. Veel mensen schrijven het verdriet van zich af in zo’n brief. Hun handschrift verandert, soms zijn er vlekken van tranen. Maar we krijgen ook brieven die niet specifiek voor het Postkantoor geschreven zijn: sommigen sturen hun afscheidsrede in of schrijven een zinnetje per dag op voor een overledene en bundelen dat.’

‘Een aantal maanden na Lievens dood heb ik voor het eerst geprobeerd mijn gevoel neer te schrijven. De pijn was rauw. Het besef hoe definitief de dood is, was te groots voor mij. Met dat verdriet kon ik geen kant op. Schrijven werkte verzachtend. Een vriendin vertelde me later over het initiatief. Ze moedigde me aan om Lieven te schrijven. Mijn brief lag al klaar, besefte ik.’

Sassafras De Bruyn en Els Verbelen

Gelaagd beeld

Als Els praat over Lieven, richt ze haar blik meermaals tot de illustratie. Alsof het bootje zijn beeltenis is. ‘Een deel van Lievens as is in zee’, vertelt ze. ‘We hebben een kuiltje op het strand gegraven en vloed is ’m komen halen. Lieven zal nu altijd op zee zijn.’

Sinds het overlijden van Lieven tikt de tijd anders
Els Verbelen

‘Het is raar dat een beeld zoveel effect kan hebben,’ zegt Sassafras, ‘er zit soms meer gelaagdheid in dan in woorden.’

Els is het eens: ‘Dat is ook zo in een gesprek met iemand. Het gaat niet alleen over wat iemand zegt, maar ook over lichaamstaal of aanraking. Lieven kon een ruzie bijvoorbeeld soms beter goedmaken door toevallig met zijn vinger over mijn vinger te struikelen dan met woorden (stil). Ik kon niet anders dan deze tekening in te kaderen. Ze kreeg een plekje aan de eettafel, naast de foto van Lieven.’

Twee jaar lang leeft Els nu al zonder Lieven en er gaat geen dag voorbij waarop ze niet aan hem denkt. ‘Zijn overlijden heeft iets met mijn tijd gedaan, met mijn zijn. De tijd tikt anders.’

Andere tijden

Er is een leven met en zonder de overledene, lezen we ook op de website van Postkantoor 00/00/00. ‘Vandaar de teller die op nul staat in de naam: voor de nabestaanden herbegint de jaartelling weer vanaf nul’, verduidelijkt Sassafras. Herkenbaar, vindt Els. ‘De dood is zo stuitend, te reëel. Je kunt dat niet wegdenken.’

Een paar dagen voor dit gesprek was het de sterfdatum van Lieven. ‘Vrienden sturen dat ze aan me denken. Het zijn die kleine dingen die het ’m doen. Het begint te beteren’, prevelt Els, aarzelend, breekbaar.

‘Ik begin zijn dood een plekje te geven. Ik besef dat ik hem op mijn manier voor altijd meeneem. Het is nog niet zo lang dat ik dat voel. Ik ben ziek geweest van verdriet. Ik geraakte niet voorbij de dag van gisteren, ook al wist ik dat er een morgen komt. De pijn heeft lang overheerst. Nu geraak ik wel voorbij gisteren. Ik heb min of meer een manier gevonden om ermee om te gaan. Ik denk dat dat verwerken is.’

Wie vragen heeft over zelfdoding kan altijd terecht bij de Zelfmoordlijn, op het telefoonnummer 1813 of online via www.zelfmoord1813.be.

Kleur je oma - Steve Michielsen

Herinneringen kleur geven

In het kader van het initiatief Kleur je oma riep Antwerpse stadsdichter Maud Vanhauwaert, samen met schrijver Elske van Lonkhuyzen, op om foto’s van overleden grootouders in te zenden. Tekenaar Mila Van Goethem maakte kleurplaten van de foto’s, om de herinnering letterlijk en figuurlijk meer kleur te geven.

Ook Steve Michielsen (37) stuurde een foto in. ‘Ik had een bijzondere band met mijn grootmoeder. Ze was chauffeur voor ons muziekgroepje en hing vaak backstage rond, steevast met een thermos koffie en wafels om uit te delen. Ik heb haar zelfs een keertje weten crowdsurfen!'

'Nog steeds leggen we met de bandleden bloemen op haar graf en ons nieuw album is aan haar opgedragen. Via Kleur je oma kon ik haar nog eens eren.’