
Kruimelpad
Dina Tersago: 'Wat moeten mijn schoonouders wel niet van me denken?'
Het gezin van Dina Tersago (42) deelt al zes jaar een kangoeroewoning met haar schoonouders. Drie generaties onder één dak kan wel pittig zijn, maar heeft ook veel voordelen, zo blijkt. Van vonken en vuur tot peis en vree, mét een vleugje goeie kaka. Zo gaat het eraan toe ten huize Tersago.

‘Een huis in een huis!’, antwoordt Isak (5) triomfantelijk op de vraag of hij weet wat een kangoeroewoning is. Ook broer Thor (3) dartelt uitgelaten rond op het terras en wijst: ‘Daar wonen moeke en vake!' De school is net uit, de energie moet naar buiten en hup, weg is Isak. Verder de tuin in, de weelderige krullen van Thor achterna.
Moeke en vake, dat zijn tachtigers Lieve en François, de schoonouders van Dina. Ze waren al content dat ze door het kangoeroewonen hun jongste kleinkinderen van dichtbij konden zien opgroeien, maar het afgelopen jaar beseften ze nog meer hoe belangrijk nabijheid is. En toch ging ook bij hen de deur even dicht. De gangdeur. De deur die anders wagenwijd openstaat en het huis en het leven van beide gezinnen verbindt.
‘Voor hen was dat heel moeilijk’, vertelt Dina terwijl ze een fles cava ontkurkt op het terras. ‘Ze zijn gewend dat de jongens van de ene naar de andere woning stormen. In niet-coronatijden kan er boven onze gemeenschappelijke voordeur gerust het bordje De zoete inval hangen, het is hier een komen en gaan’, knipoogt François. ‘We waren heel bang bij de eerste lockdown’, gaat Dina verder. ‘Moeke en vake hebben het een tijdje moeten doen met tekeningen onder de deur en bellenblazen van ons naar hun terras. Langzaamaan zijn we weer één bubbel geworden, maar we blijven afstand houden.’
Geen goedkope babysit
De zin om te kangoeroewonen is gegroeid uit een mix van Dina’s roots en werk. Ze komt uit een grote, hechte Tersago-clan en bij de opnames van Boer zkt vrouw zag ze menig boerenfamilie op één erf wonen. Zo rijpte het idee.
‘Toen we een lap grond in het Bonheidens groen kochten, zei ik tegen Wim: hoe leuk zou het zijn als je ouders hier mee kwamen wonen. Hij vond het een goed plan, zo was hij ook geruster want zijn ouders hadden al wat gezondheidsproblemen.’
François: ‘Het was een ingrijpende vraag, maar met Dina en Wim durfden we het aan.’ ‘Ik heb gezegd: weeg rustig alle voor- en nadelen af, maar weet dat wij jullie niet willen belasten’, legt Dina uit. ‘We willen gewoon samen zijn en hen een gevoel van veiligheid geven. Het is niet om een goedkope babysit in huis te hebben.’
Als jonge ouders samenwonen met je schoonouders geeft wel meer vrijheid, erkent Dina. ‘Ik verwacht niet dat ze op de kinderen passen, maar soms is het handig. Bijvoorbeeld toen ik plots met Isak naar het ziekenhuis moest en Thor bij hen kon laten, of als ik in een drukke opnameperiode zit.’ Lieve: ‘Wij hebben nu meer tijd dan bij onze eigen kinderen en vinden het net fijn. Thor en Isak houden ons jong.’ ‘Het is mooi om ze samen Memory te zien spelen’, lacht Dina. ‘Goed voor de kinderen maar ook voor de schoonouders. Net als rollebollen op de grond, dat houdt hen actief.’

Niet altijd flatterend
Samenwonen met je (schoon)ouders is natuurlijk niet iedereen gegeven. ‘Je moet wel een beetje dezelfde normen en waarden hebben. Moeke heeft net als ik geen zittend gat en we zijn allemaal géén ochtendmensen (grijnst breed). Maar als je een beetje anders bent, kan het ook. De kunst is om respect voor elkaar te hebben’, legt Dina uit.
Dina: ‘’s Avonds doen we bijvoorbeeld de tussendeur dicht en kloppen we eerst als we nog even langsgaan.’ Lieve en François knikken instemmend. Er gaan ook heel wat sms’jes heen en weer, tot in de late uurtjes zelfs. En Wim is soms spoorloos. Dina: ‘Dan denk ik, waar is die nu? En dan zit hij rustig in de zetel bij zijn ouders een klapke te doen (lacht).’
Dina: ‘Het is wel een uitdaging om te leren samenleven met elkaar. Dat is zo met een partner, maar ook met schoonouders. Communiceren is een belangrijke factor. Ik ben een open boek en benoem de zaken vaak zoals ze zijn, ook naar mijn schoonouders toe. Ik besef dat dat niet altijd flatterend is en dan denk ik soms: allee Dina, wat moeten die mensen wel niet van u denken? '
Dina: 'Dat vind ik het enige moeilijke aan zo dicht wonen, je toont je soms heel rauw. Isak en Thor waren twee huilbaby’s, die periode kon ik kortaf zijn.’ ‘Maar dat is toch normaal’, sust Lieve. ‘Leren verdraagzaam zijn dus’, gaat Dina verder. ‘En begrip opbrengen voor elkaar. Wij zijn er voor hen, maar zij zorgen ook voor ons. Het is geven en nemen. We zijn een vangnet voor elkaar.’

Achter 't mureke
Witloof in de oven, dat is de specialiteit van moeke. En die van Dina blijkt gebakken patatjes. Om maar te zeggen: ze eten hier geregeld samen. Dina: ‘Ik dek dan de tafel bewust met een mooi tafelkleed en goed servies. Dat hoeft toch niet, zegt moeke dan.’ ‘En dan steekt ze allemaal kaarsjes aan’, voegt Lieve toe.
Dina grinnikt. ‘Met Kerstmis is het dan de ene doet het gebraad, de andere de kroketten en de soep, en dan nadien elk met een plateau richting de twee vaatwassers. En samen nog de pannen afwassen.’ Francois: ‘Alles is hier dubbel zo snel gedaan! En als er in de zomer gebarbecued wordt, bakken ze altijd een vlezeke voor ons mee. Willen we op ons gemak eten, dan kan dat op ons eigen terras. Ze laten ons daar vrij in.’
‘Achter ’t mureke’, lacht Dina. ‘Ze moeten zeker hun privacy hebben. Wij hebben ook een apart leven. Als we daar nood aan hebben, kan iedereen zijn eigen ding doen.’ François glundert: ‘Zo leven wij hier se, dat is hier bijna ’t aards paradijs.’

De laatste halte
Het klinkt haast te mooi om waar te zijn ten huize Tersago. Maar het leven is niet altijd rozengeur en maneschijn. ‘Als je samenleeft, deel je ook intens verdriet’, weet Dina uit ondervinding. François heeft een pacemaker en is in behandeling voor prostaat- en longkanker. Lieve ging de strijd aan tegen borstkanker. In kwade tijden dicht bij elkaar wonen geeft steun. François: ‘Er stond altijd iemand klaar om mij naar de behandeling te brengen. Zonder dat ik het moest vragen.’ Lieve: ‘We voelen ons veel geruster sinds we hier wonen. Je weet dat je nooit alleen bent.’
Hoe de toekomst eruitziet? Dina: ‘Zo lang mogelijk samen genieten.’ En als moeke en vake meer zorg nodig hebben? Twee paar lieve ogen kijken richting Dina. ‘We zeggen altijd dat we dan zullen zien hoe we dat oplossen, stap voor stap.’ Maar dan geeft ze ook ietwat onwennig aan: ‘Echt benoemd hebben we dat nog niet. Kijk, ik ga ervan uit dat er voor alles een oplossing is. Zolang ze nog zelf kunnen koken en poetsen weet ik dat ze dat graag zelf willen doen. Dat zijn dingen die ze bijvoorbeeld als eerste uit handen kunnen geven. En voor concreet de zorg zijn er ook heel veel mogelijkheden aan huis.'
'Alleen ... Moeke, vake, stel dat jullie bijvoorbeeld ernstig hulpbehoevend zouden worden en het gevaarlijk is om alleen te wonen, dan moeten we op dat moment verder kijken of het nog mogelijk is.’
De twee paar lieve ogen kijken begripvol. Dan zegt François: ‘Alles is geregeld. Volmachten, het testament, onze wilsbeschikkingen.’ Ook Dina en Wim blijken hun wilsbeschikkingen al opgemaakt te hebben. ‘Wij hebben dat heel bewust gedaan omdat we onze nabestaanden niet met die verantwoordelijkheid willen belasten.’
En het wordt nog concreter. Alle drie de mensen rond deze terrastafel willen een deel van hun as een plekje geven achter in de tuin. De tuin waar Isak en Thor zijn aan het ravotten en vanuit de verte roepen: ‘Is dat meststof op het gras, mama?’ ‘Ja Isak!’ ‘Dat is goeie kaka mama, daar gaan we niet op lopen!’ 'En dan een bankje bij die plek’, droomt François. Dina knikt. ‘We vinden dat een fijne gedachte. Dat zij en wij zo dicht bij de jongens zijn. We zien dit als onze laatste halte.’