Kruimelpad
Drie zusters na 150 jaar verenigd
Diep in Limburg, flirtend met de grens van het Nederlandse Maastricht, strekken velden zich uit zo ver je oog reikt. Je passeert er lieflijke dorpjes met klinkende namen als Veldwezelt, Eigenbilzen en Mopertingen. Daar, verscholen in ‘t bronsgroen, staat de kapel van de Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand. Al bijna 150 jaar een rustpunt voor de inwoners van de omliggende dorpen en voor gretige trappers langs het fietsroutenetwerk. Met binnenkort een wel heel bijzonder uitrustplekje …
Het is een indrukwekkend zicht, zo’n idyllisch kapelletje tegen een achtergrond van wolken en ruisend groen. Weidsheid triomfeert alom. Het gekwetter van veldleeuwerikjes vormt de ideale soundtrack. En toch is het plaatje niet compleet, benadrukt buurtbewoner Arno Vansichen (56). Arno woont in het huis tegen het veld, hij is de buurman van de kapel. ‘En van haar twee zusters’, zegt hij op mysterieuze toon.
Een ramp in het veld
Arno: ‘150 jaar geleden bouwden ze hier de kapel die ik graag onze koningin van ’t veld noem. En ze plantten ook twee bomen ernaast. Paardenkastanjes die passanten een schaduw zouden toewerpen in de open vlakte.’ En dat deden de bomen, ze werden een herkenningspunt omdat ze uittorenden boven het veld. Van heinde en ver te zien. Maar zo’n tien jaar geleden liep het mis.
Het was boer Jef die Arno bezorgd wenkte met de woorden: ‘Er is een ramp gebeurd in het veld.’ Arno verduidelijkt: ‘Ik dacht dat er iemand was verongelukt toen ik de ontzetting in Jefs ogen zag. Hij vertelde me dat de wind die nacht een grote tak van een paardenkastanje had afgerukt. Nu zou de boom langzaam maar zeker doodgaan, voorspelde Jef. Bomen sterven traag, vaak duurt het jarenlang.’

De boer kreeg gelijk. De boom ging jaar na jaar achteruit tot hij door vallende takken een gevaar werd voor voorbijgangers. De gemeente besliste de paardenkastanje te kappen. Einde verhaal zou je denken. Maar dat was buiten Arno gerekend. Hij fietste toevallig voorbij toen de boom tegen de vlakte ging en smeekte om de stam. Wat hij ermee zou doen, wist hij nog niet. Maar íets, dat stond vast.
Dorpen verbinden
Arno: ‘Die boom was haast een persoonlijkheid. En dus voelde het alsof de streek was ontwricht door zijn afwezigheid. Ken je The Parliament of Things van Bruno Latour? Het is een theorie die aangeeft dat alles en iedereen een stem mag hebben in de dorpsraad, niet alleen mensen maar ook dieren, pleinen, bomen ... Mijn vrouw Griet en ik willen de stem van die boom niet zomaar verloren laten gaan. We genieten zo van deze plek, dus willen er ook respect voor hebben.’
In het brein van Arno en zijn vrouw rijpte langzaam maar zeker een idee. De boom moest en zou terugkeren naar de plek waar hij thuishoorde. Zij het in een andere gedaante. Arno: ‘De houtschijven liggen nu nog te drogen in mijn schuur. Tegen volgend jaar – de 150ste verjaardag van de kapel – maken we er een tafel en banken van die we terug naast de kapel zullen plaatsen. De drie zusters – de kapel en de twee paardenkastanjes dus – zullen dan herenigd zijn.’

‘Volgend jaar geven we een groots veldfeest aan de kapel, het ideale moment om de tafel en de bank in te huldigen. De kapel staat op een kruispunt van uitvalswegen en op dat kruispunt zullen we lange tafels plaatsen waar alle bewoners kunnen aanschuiven. Want deze kapel is er voor alle dorpen, ze verbindt ons met elkaar en dat moeten we vieren. Uit elk dorp komt een fanfare, samen maken we er een groot feest van.’
Heilige weldoeners
Op de festiviteiten mag zeker Margriet Daenen (78) niet ontbreken. Zij zal een van de eregasten zijn. Margriet onderhoudt al decennia de kapel, samen met haar man Florent. Waar de kapel staat, boert Florent, dus vindt het koppel het vanzelfsprekend dat zij de kapel in ere houden. Zorgen dat er elke dag een kaarsje brandt, wekelijks de heiligenbeelden afstoffen, geregeld een likje verf. Margriet en Florent doen het met hart en ziel. Doorheen de jaren sneuvelden er wel wat heiligenbeelden, maar steevast zorgen weldoeners voor nieuwe exemplaren.

Een van die weldoeners was een boer uit Veldwezelt. Hij kwam bij de kapel een kaarsje branden toen een koe ziek was. ‘Als de koe erdoor komt, dan schenk ik een nieuw heiligenbeeld’, beloofde hij. De kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand maakte haar naam waar. De koe werd beter. De dag erna stond de boer met een heiligenbeeld bij Margriet. Vandaag staat het beeld nog altijd in de kapel.
Kaarsjes voor Ferdy
Het hart van Margriet klopt vol verwachting voor de plannen van Arno. ‘Het is geweldig dat iemand dit doet’, zegt ze. De krak in haar stem verraadt een gouden randje van verdriet rond haar blijdschap. Er zal één dierbare ontbreken op dat grote feest. Iemand die, net als de kapel, omarmd werd door heel het dorp. En dat is Ferdy, de zoon die Margriet en Florent vijftien jaar geleden moesten afgeven.

Ferdy had het syndroom van Down en werd 36 jaar. Maar in de harten van de dorpsbewoners leeft hij nog elke dag verder. ‘Ferdy ging vaak mee naar de kapel om een kaarsje aan te steken. Al ging hij liever helpen in de voetbalkantine’, glimlacht Margriet. ‘Toen hij ziek werd, kwamen we heel veel kaarsjes branden, maar het mocht niet baten. En toch heeft deze plek ons troost gegeven. En nog steeds. Het veldfeest volgend jaar zou hij beslist geweldig hebben gevonden.’ Die woorden toveren een nog grotere glimlach om Arno’s mond. ‘Ferdy was een echt dorpsmens. Zeer geëngageerd om de mensen te helpen, altijd opgewekt. Zo’n zoon zou iedereen willen.’
Zin om zelf deze kapel te bewonderen?
Plan een fietsritje door de zalige Limburgse velden. Je vindt de kapel op knooppunt 66 (regio Mopertingen).