
Kruimelpad
'In een circusschool maken kinderen geen onderscheid'
‘Voor buitenstaanders lijkt circus misschien kinderachtig, maar ik ben hier volwassen geworden.’ Wassim Zohmed (16, rechts) en zijn collega’s - ‘zeg maar familie’ - Billie Seffer (16, midden) en Esma Akhrourouch (15, links) leren kinderen jongleren, salto’s maken en de trapeze beklimmen. De sociaal-inclusieve circusschool Circus Zonder Handen is hun speelveld.

Een turnzaal op de derde verdieping in een school in Molenbeek. Tegen de muren staan dikke matten, wipplanken, een gespannen koord. Van het plafond dalen trapezes neer. Bij wijze van opwarming speelt een bonte groep kinderen een spelletje Dikke Bertha. Esma laat een, twee kinderen voorbij glippen, maar de derde krijgt ze te pakken en tilt ze lachend op. De volgende beurt jagen ze samen.
Hele dag in het park
Zij, Wassim en Billie zijn circusanimatoren in opleiding voor Circus Zonder Handen, een circusschool die actief is in negen kwetsbare buurten in Brussel. De school probeert zo laagdrempelig mogelijk te zijn. Ze organiseert vrije lessen, past de deelnameprijzen aan het inkomen van de ouders aan en enthousiaste werknemers en vrijwilligers doen overal en met iedereen een klapje.
Maar kwetsbare buurt, dat klinkt eigenlijk niet zo lekker, vinden de jongeren. ‘Ik ben geboren in Molenbeek’, vertelt Wassim. ‘Ik woon op honderd meter van de school. Ik heb niet het gevoel dat dit een kwetsbare buurt is.’
‘Ik vind dat een lelijk woord’, zegt Esma. ‘Het is hier een warme buurt. Ik zou nergens anders willen wonen.’ ‘Ik ook niet’, gaat Wassim verder. ‘Er zijn natuurlijk mensen die het wat moeilijker hebben. Soms zie ik kinderen een hele dag doorbrengen in het park. Op een bepaald moment heb ik tegen drie jongens gezegd dat ze moesten meekomen. Ze deden een training mee, en nu zitten ze nog altijd bij het circus.’
‘Er zijn misschien wijken waar je in moeilijke situaties terecht kunt komen, maar de mensen die er wonen kun je niet kwetsbaar noemen’, vindt Billie. ‘Ik denk wel dat het helpt om bepaalde kinderen in een warm milieu te brengen.’ ‘Als je ze op het juiste pad zet, gaan ze op dat pad blijven’, vult Wassim aan.
Elk talent welkom
De kinderen op de mat in de turnzaal zijn divers: een verschillende afkomst, een andere thuissituatie … Maar die verschillen vallen weg in de circusschool. ‘In de eerste lessen komen kinderen toe in kliekjes, in hun eigen vriendengroep, maar dat breekt snel’, zegt Billie. ‘In het circus moet je vaak samenwerken, er is geen competitie. Iedereen gaat met elkaar om. Kinderen merken geen verschil op.’

Tegelijk helpt Circus Zonder Handen de kinderen hun eigen talenten te ontdekken. Het valt op dat Wassim, Billie en Esma erg verschillende karakters hebben. Toch voelen ze zich alle drie thuis in het circus. Omdat het circus zoveel disciplines telt, is er voor iedereen wel iets waar hij of zij zelfzeker in kan groeien.
Terwijl Esma in de doeken en aan de trapeze hangt, kan Wassim zijn energie kwijt in tricking, een combinatie van gevechtssport en acrobatie. Billie specialiseert zich vooral in de Bascule, een soort grote wipplank, waarop je sprongen tot wel zes meter hoog kan maken.
‘De sfeer om in te trainen is superpositief en constructief’, zegt ze. ‘De trainers geloven echt in je. Ik probeer dat ook in mijn les te doen. Als ik iemand een complimentje geef na een truc, dan zie je die blinken van trots.’
Een ander persoon
Er heerst een leuke, ongespannen sfeer in Circus Zonder Handen. Iedereen die binnenkomt krijgt een kus. Er wordt gelachen en geknuffeld. Ook Esma kan getuigen van die leuke atmosfeer.
‘Op school ging het moeilijk voor mij. Ik had er weinig vrienden. Hier werd ik onmiddellijk opgenomen, maakte ik snel vrienden en ben ik helemaal opengebloeid. Vroeger was ik verlegen, maar nu heb ik meer zelfvertrouwen. Ik ben sterker geworden. Zonder Circus Zonder Handen zou ik een heel ander persoon zijn.’
Ook Billie en Wassim zijn gegroeid. ‘Ik ben gematuurd’, knikt Wassim. ‘Circus lijkt misschien kinderachtig, maar ik ben hier echt wel volwassener geworden. Om de jumps te leren die ik op filmpjes zie, moet ik een heel jaar trainen. Techniek bijschaven vraagt discipline. Ik heb leren luisteren. Vroeger deed ik dat euhm … minder (lacht).’

Na jaren als gewone deelnemer, wordt het drietal dit jaar ook als handlangers opgeleid tot circusanimator, zodat ze zelf lessen kunnen geven. ‘Dat brengt wel wat verantwoordelijkheid met zich mee’, zegt Billie.
'We zijn nog kinderen, maar moeten ook lesgeven aan kinderen’, pikt Wassim in. ‘Ja, het is een dunne grens tussen vrienden zijn en gezag hebben, maar dat lukt steeds beter’, zegt Billie. ‘Je hebt ook een verantwoordelijkheid om er elke les te zijn. Zelfs op een zaterdagochtend om half negen (lacht).’
En net zoals zij opkeken naar hun trainers, kijken de nieuwe deelnemers op naar Billie, Wassim en Esma. ‘Ik zie mezelf wel in hen’, geeft Esma toe. ‘Ik vind het schattig als ze opkijken naar ons als we een trucje doen. Wauw, ik wil dat ook leren. Ik zeg hen dan ze dat tegen het einde van het jaar ook gaan kunnen. Dat motiveert hen.’
Foto's uitdelen
De drie artiesten houden hun kunsten niet enkel voor zichzelf. Elk jaar treden ze op tijdens hun Circusdagen of op andere podia, zelfs tot in het buitenland. ‘Er komt altijd veel volk kijken’, zegt Wassim. ‘Toen we onlangs een show in Amsterdam deden, kwamen de mensen achteraf om foto’s en filmpjes vragen. Dat is superraar, maar keicool.’
‘Je kunt na zo’n optreden echt trots zijn op jezelf’, vult Billie aan. ‘Het geeft voldoening als je ziet dat de mensen je kunsten appreciëren.’
Ook vrienden en zelfs leerkrachten weten wat Wassim kan, dankzij de filmpjes die hij maakt van zijn trucs. ‘Ik toon mijn video’s aan mijn leerkracht sport op school. Ze is altijd onder de indruk en echt geïnteresseerd. Ze heeft beloofd dat ze naar alle Circusdagen zal komen. Dat is een jaarlijks vierdaags festival dat we organiseren met voorstellingen van alle lesgroepen en professionele artiesten. Ik vind het leuk dat mijn leerkracht zo veel interesse toont in wat ik doe.’