
Kruimelpad
Hoe je jouw klok kunt laten lachen en andere weetjes
Meer dan 40.000 horloges en zo’n 2.500 klokken gaven de voorbije 35 jaar hun binnenwerk bloot aan klokkenhersteller Thomas Couck (54) uit Tisselt. Met precisie in de vingers en liefde voor het vak blaast hij elk stuk weer nieuw leven in. Net zoals zijn grootvader en moeder dat deden.

Een interview met een klokkenhersteller, dat gaat gepaard met regelmatige bimbambom-geluiden. Thomas zelf, derde generatie van dienst, hoort het slaan van die klokken al lang niet meer. ‘Ik ben erin opgegroeid. Onze slaapkamer grenst pal aan het atelier, ook mijn vrouw ligt er niet van wakker.’
Interesse voor fijne techniek heeft hij altijd gehad. Als zijn moeder horloges aan het herstellen was, haalde de kleine Thomas intussen nauwgezet zijn speelgoed uit elkaar. ‘Toen al zocht ik uit hoe iets in elkaar zat. Ik wou weten hoe het werkt. Later werden dat stereo-installaties, platenspelers, auto’s, computers en ja, ook horloges en klokken.’
Al 500 jaar hetzelfde mechanisme
‘Een klok is een fascinerende voorloper. Waar de meeste uitvindingen pas in de zeventiende eeuw gebeurden, ontstonden klokken waarschijnlijk al in de loop van de veertiende eeuw. Het verhaal gaat dat het eerste klokmechanisme is uitgevonden door monniken.’
‘Om de monniken op het veld te laten weten dat het etenstijd was, trokken ze aan het touw van de klok. Die was tot op het veld te horen. Een pientere monnik heeft dan een mechanisme ontwikkeld waardoor de klok vanzelf kon slaan. Tanden en wielen bestonden al, het was gewoon nog een kwestie van het samen te brengen. Het mechanisme is eigenlijk al 500 jaar hetzelfde. Wonderlijk, vind ik.’
‘Wist je trouwens dat er voor het jaar 1500 nog geen wijzers bestonden? Daarna kwam er eerst een wijzer om het uur aan te duiden en pas later een tweede wijzer voor de minuten.’

Het recht op herstellen
Het klokmechanisme werd Thomas zijn dada. Hij volgde een opleiding tot klokkenhersteller en maakte er een erezaak van om elke klok of horloge die hij in handen kreeg weer tot leven te brengen. Het repareren ligt Thomas nauw aan het hart, hij noemt zichzelf een voorstander van het recht op herstellen.
‘Bedrijven maken tegenwoordig meer en meer dingen met het oog op consumptie. Als iets kapot is, willen ze je een nieuw exemplaar verkopen. In Amerika is er een beweging die ervoor pleit dat spullen die gefabriceerd worden ook hersteld moeten kunnen worden. In Europa staat dit nog in zijn kinderschoenen, er is onlangs een eerste stemming rond dit recht op herstellen geweest.’
Een klok voor het leven
In de tijd dat zijn grootvader en moeder nog aan het werk waren, was alles anders. ‘Klokken werden vroeger te goed gemaakt. Je kocht één klok die levenslang meeging, en dat was het dan. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog hadden de mensen geld en investeerden ze in een klok, meestal een staande. In de jaren negentig gingen veel fabrikanten failliet, iedereen had een klok in huis en er viel niets meer te verkopen.’
De ambachtelijke klokkenherstellers in Vlaanderen kan Thomas vandaag op één hand, misschien twee, tellen. Er zijn wel veel restaurateurs van unieke antieke klokken, maar herstellers van klokken van de gewone mensen – zoals hij het omschrijft – die zijn er amper. ‘Ik herstel ook de Golfjes en de Astra’s onder de klokken en horloges, niet alleen de chique Rolls Royces.’

Kras ritueel
Als klokken konden praten zouden ze boeken te vertellen hebben, prijkt op de website van Thomas. ‘Ze hebben vaak oorlogen, machtswissels, industriële revoluties en generaties eigenaars meegemaakt.’ Een mooi ritueel onder ambachtelijke klokkenherstellers is het jaartal en het herstelnummer in het binnenwerk krassen. Thomas kwam zo eens een herstelling uit 1785 tegen. ‘Zoiets kan mijn dag echt maken, je hebt een stuk geschiedenis in handen.’
Ook op emotioneel gebied is een klok vaak een stukje geschiedenis. ‘Vijftig procent van mijn klanten zijn originele eigenaars, de andere helft zijn kleinkinderen die een stuk geërfd hebben. Zij willen de herinnering aan oma en opa herbeleven door de klok van toen weer in huis te halen. Vroeger mochten ze er niet aankomen, enkel opa mocht de klok één keer per week opwinden of de gewichten omhoogtrekken. Nu is het hun beurt, een klok wordt zo een aandenken.’
Lachende wijzers
En wat als Thomas de tijd echt kon terugdraaien? Dan zou hij maar één ding anders doen: als jonge snaak het aandurven om in Engeland of Zwitserland – het mekka voor een klokkenmaker – zijn passie nog meer uit te diepen. Want die paar keer dat hij er een opleiding volgde of een rondreis langs uurwerkmakers deed, waren toch wel hoogtepunten.
Vandaag werkt Thomas naarstig verder in zijn Klokdoc-atelier in het Vlaamse dorpje Tisselt, waar hij nog wat klokken en horloges van de gewone mens onder handen neemt. Zijn geluk zit ’m in details. ‘Wist je dat fabrikanten in reclames het uur meestal op tien na tien draaien? Zo kun je het merk goed lezen. Maar dan staan de wijzers ook in de vorm van een lach’, glimlacht hij.