Siel kampt sinds haar kindertijd met angsten. Faalangst, hyperventileren en dwanggedachten waren voor haar normaal. ‘Ik durfde vriendinnen niet te vragen om af te spreken, omdat ik bang was dat ze zich niet zouden amuseren. Die verantwoordelijkheid verlamde me. ’s Nachts, in bed, was ik bang om ontvoerd te worden. Als ik iedere keer voor ik ging slapen met mijn laken heen en weer bewoog in een vast patroon, was ik veilig, verzekerde ik mezelf.’

Ik lokte ventilatie uit, om te tonen dat ik echt bang was
Siel Verhanneman

Als kind besefte Siel niet dat er iets aan de hand was. Ze was ervan overtuigd dat iedereen dacht zoals zij. Haar gedrag bleef ook relatief goed verborgen voor haar omgeving. Pas toen ze ging studeren aan het hoger onderwijs, kwam haar faalangst duidelijk aan de oppervlakte. ‘Ik was zo bang dat ik zou buizen voor mijn examens, vooral voor de vakken waar ik goed in was, dat ik bewust hyperventilatie uitlokte. Zo wilde ik tonen dat ik echt niet durfde, zodat iemand mij zou zeggen dat ik het examen mocht uitstellen.’

Siel Verhanneman

Twee plotse sterfgevallen

Op aandringen van haar ouders ging Siel naar een psychologe. Daar vertelde ze voor het eerst over haar faalangst. Voorzichtig durfde ze ook haar dwanghandelingen te laten vallen. De psychologe stuurde haar door naar een psychiater, die haar medicatie voorschreef. Ze had lang geen last meer, maar door een paar vervelende neveneffecten bouwden ze de medicatie voorzichtig af. Net toen ze alles een beetje onder controle had, wakkerden twee plotse sterfgevallen haar angsten opnieuw aan.

‘Op mijn 23ste verloor ik mijn vader, drie jaar later stierf mijn zus. Die twee sterfgevallen zijn trauma’s voor mij’, zegt Siel. Ze ging in therapie om haar verlies te verwerken, maar sprak er ook weer over haar angsten. ‘Ik moest niet alleen leren om verder te gaan zonder hen, maar ook om zelfstandig te worden. Ik durfde in die tijd zelfs niet te bellen om een afspraak te maken bij de kapper of tandarts. Nu mijn vader en zus niet meer voor me opkwamen of kordaat voor me waren wanneer het niet goed ging, moest ik dat zelf zien te doen. Mijn therapeute leerde me om het verlies te verwerken en mijn angsten te overwinnen.’

 

Een constant gevecht

Gelukkig wordt Siel goed omringd door haar lief en een hechte vriendengroep. Op aanraden van haar therapeute praat ze met hen over haar angsten. Haar beste vriendin weet alles over wat er in haar hoofd omgaat. ‘Als ik tegen haar zeg dat ik een slechte dag heb, weet zij heel goed wat dat inhoudt. Zij zegt niet gewoon het komt wel goed, maar vraagt wat ik denk of voel. Daar heb ik zo veel meer aan. En ze leidt mij af. Toen we een tijdje geleden samen op weekend waren in Parijs, kreeg ik een paniekaanval. Ze kalmeerde mij door samen met mij een oefening te doen. Ik moest opsommen wat ik zag, hoorde en rook. Dat haalt me uit mijn hoofd.’

Door al dat knokken, geniet ik dubbel van de betere dagen
Siel Verhanneman

Omgaan met haar angst kost Siel veel energie. Weinig mensen weten welke hindernissen ze soms moet nemen om normaal te kunnen functioneren. ‘De trein nemen is bijvoorbeeld nog steeds een uitdaging’, zegt ze. ‘Dat komt omdat ik daar ooit een hyperventilatieaanval kreeg. Sindsdien ben ik bang dat ik zal hyperventileren elke keer dat ik de trein neem. Mijn therapeute noemt dat een slechte link. Die moest ik stapsgewijs leren doorbreken. Eerst moest ik een korte treinrit maken met een vriendin. Dan alleen, maar in eerste klasse, zodat ik meer op mijn gemak was. Tot het geen moeite meer kost.’

‘Het is niet te onderschatten hoe vermoeiend dat is. Soms moet ik daardoor een tijd minder werken, omdat ik uitgeput ben. Mensen begrijpen dat niet altijd. Als je iets duidelijk zichtbaar en herkenbaar voorhebt, zoals bijvoorbeeld een gebroken been, dan kun je op de trein aan iemand vragen of die wil helpen met uitstappen. Niemand zal daar raar van opkijken. Maar als je vraagt aan een wildvreemde op de trein om je te helpen met oefeningen omdat je last hebt van een paniekaanval ... (lacht).’

Siel Verhanneman

Meer oog voor detail

Dat weerhoudt Siel er niet van om het leven te omarmen. Ze blijft allerminst bij de pakken zitten en is hoopvol voor de toekomst. ‘Ik ben ervan overtuigd dat mijn angsten me minder oppervlakkig hebben gemaakt. Doordat ik soms zo moet knokken om door de dag te komen, geniet ik dubbel van de betere dagen. Mijn oefeningen om terug in het nu en uit mijn hoofd te geraken, maken me veel oplettender voor mijn omgeving. Daardoor merk ik dingen op die anders aan mij zouden voorbijgaan’, zegt Siel. En dat komt dan weer van pas tijdens het schrijven. Haar pen stuwt haar vooruit.

‘Schrijven geeft me het gevoel dat ik wat ik doormaak toch nog kan omzetten in iets nuttigs. Ik ben er trots op dat ik, ondanks mijn angsten, twee dichtbundels en een roman publiceerde. Ik draag zelfs geregeld voor op een podium. Andere dingen, zoals alleen naar de kapper gaan of de trein nemen, zullen altijd een beetje moeilijk blijven.’

‘Ik voel nu al dat mijn therapiesessies me weerbaarder hebben gemaakt. Ik kan beter achterhalen waar mijn angsten vandaan komen en daardoor de paniekaanvallen plaatsen. Er zijn periodes waarin ik me er beter tegen kan wapenen dan vroeger. Al besef ik dat ik mijn angsten ook moet aanvaarden als een deel van mezelf. Als ik moe, gestresseerd of verdrietig ben, zullen ze altijd op de loer liggen.’