
Kruimelpad
Ivan De Vadder na darmkanker: 'Ik verlangde naar de file'
Er schuilt geen boze man in Ivan De Vadder. Wel een ongeduldige. ‘Ik zou een blokje omrijden om niet voor het rode licht te moeten staan.’ Of hij boosheid voelde toen hij in 2014 darmkanker kreeg? ‘Nee. Maar ik ben ook niet geduldiger geworden.’

‘Er gaan een pak negatieve gevoelens door je heen als je hoort dat je darmkanker hebt’, vertelt De Vadder. ‘Maar bij die gevoelens was er geen boosheid. Ik voelde vooral ongeduld om er van af te zijn en weer aan de slag te kunnen.'
'Ik ben een mens die gewoonlijk een hekel heeft aan files maar toen keek ik er naar uit om er in eentje te staan. Want file valt voor mij samen met het normale leven.’
Het grote geluk van De Vadder is dat zijn vrouw - een dermatologe - een vlekje had opgemerkt dichtbij de plek waar een vorig melanoom was weggesneden. Eigenlijk vreesde ze dat het om een uitzaaiing van het melanoom ging.
Al snel bleek het niet om huidkanker maar om darmkanker te gaan. ‘Dat nieuws blies mij echt van mijn sokken. Maar na een tijdje begin je spontaan recht te krabbelen. Je zoekt manieren om het te doorstaan.’
'Probeerde behandeling draaglijker maken'
Patiënten met darmkanker krijgen, afhankelijk van het stadium, ook een chemokuur. Sommigen blijven gewoon aan het werk, maar De Vadder had er duidelijk meer last van dan andere patiënten. Hij bedacht ‘trucjes’ om de behandeling draaglijker te maken.
‘Ik hakte mijn reeks van twaalf behandelingen in twee stukken. Ik telde van 1 tot 6. Daarna telde ik af van 6 tot 1. Wanneer ik dat nu vertel tijdens lezingen, zie ik mensen denken: Oh ja, dat kan ik ook doen.'
'De weken verdeelde ik in goede en slechte. In de slechte weken was ik tot niets in staat. Maar tijdens de goede weken probeerde ik zoveel mogelijk af te spreken met vrienden, uitstapjes te maken, te lezen.’

'Nieuws ging te snel naar buiten'
Toch was er één momentje van boosheid, herinnert De Vadder zich nu. Het nieuws dat hij ziek was, lekte bijzonder snel uit. ‘Het was niet mijn bedoeling om het nieuws geheim te houden maar ik wilde het wel zelf naar buiten brengen.'
'Als je een bekende figuur bent, lukt dat blijkbaar niet. Jammer. Anderzijds kreeg ik wel een stortvloed van positieve reacties over me heen, ook van mensen die ik niet ken. En dat deed zeker deugd.’
'Ik voel me geen held'
In oktober komt er een boek uit met getuigenissen over darmkanker, een initiatief van darmspecialist Luc Colemont. Het boek heet Helden met darmkanker. ‘Ik begrijp de titel wel, al voel ik me geen held’, zegt De Vadder. ‘Dat ik dit heb meegemaakt, maakt me niet uitzonderlijk.’
Toch heeft De Vadder met overtuiging aan het boek meegewerkt. Als hem gevraagd wordt om te getuigen over die periode, gaat hij daar doorgaans op in. ‘Uit solidariteit, om lotgenoten een hart onder de riem te steken. Ook voor de omgeving van iemand met darmkanker kan mijn verhaal waardevol zijn, merk ik.’
Achteraf gezien vond De Vadder de periode ná zijn herstel de moeilijkste. ‘Natuurlijk vergemakkelijkten een aantal mechanismen mijn terugkeer. Mijn collega’s waren fantastisch, ik was altijd welkom bij de bedrijfsarts, er was veel begrip.'
'Maar je draagt die ziekteperiode toch met je mee. En dat in combinatie met mijn ongeduld om er weer helemaal te staan, maakte het voor mij loodzwaar. Intussen ben ik gelukkig weer waar ik wilde zijn.’
'Binnenin me zit veel onrust'
Is De Vadder nu een ander mens geworden? ‘Mensen hebben inderdaad bepaalde verwachtingen over jou als je kanker doorstaan hebt. Dat je na zoiets een soort zen master zou worden, want het zet toch alles in perspectief. En het klopt, je relativeert sneller. Maar de Heilige Geest is niet over me nedergedaald.
Eigenlijk ben ik nog helemaal dezelfde man als vroeger: onrustig, geërgerd als het niet loopt zoals het zou moeten, heel ongeduldig. Ik rij nog liever een blokje om dan voor het rode licht te moeten wachten. Binnenin me zit veel onrust, dat zal nooit veranderen.’
Bevolkingsonderzoek
Als dikkedarmkanker vroegtijdig ontdekt wordt, is er meer dan 90 procent kans om te genezen. In Vlaanderen worden mannen en vrouwen van 53 tot en met 74 jaar om de twee jaar uitgenodigd om aan een bevolkingsonderzoek deel te nemen.
Behoor je tot de doelgroep, dan krijg je thuis een uitnodiging toegestuurd. Ze bevat ook een set om een staaltje stoelgang af te nemen. Dat staaltje stuur je samen met een antwoordformulier naar het laboratorium. Daar wordt onderzocht of je stoelgang bloed bevat, wat kan duiden op de aanwezigheid van poliepen of dikkedarmkanker.