Magisch denken

Bram is 3, Stien net 4. Kleuterjuf Elise is hun heldin (foto boven). ‘Jij lijkt wel een tovenaar!’, roepen ze wanneer Elise glanzende zeepbellen blaast. Maar eigenlijk is het Elise zelf die vaak staat te kijken van de kleuters in haar klas. Hoe dat komt? ‘Magisch denken, dat kunnen zij als de beste’, zegt Elise.

Hoe jammer als we het fantasiespel van kinderen moeten onderbreken voor zoiets als middageten?
Hans Cools

‘Tussen 3 en 6 jaar lopen realiteit en fantasie door elkaar’, begint Elise. ‘Een kleuter ziet een eend en probeert zelf ook te vliegen, heel hoog zelfs! Het denkvermogen van kleine kinderen is nog in volle ontwikkeling.  Ze zien vooral mogelijkheden en geloven volop in hun eigen kunnen. Zo’n kindje gelooft echt dat het vliegt, de wereld ligt aan zijn voeten.’

Als amateur-kindertheatermaker moet ook Hans (foto rechts) het hebben van de grenzeloze fantasie van kinderen. ‘Voor ons laatste toneelstuk hebben we eerst een jaar lang workshops gedaan met kinderen. Uiteindelijk lieten we ons inspireren door hun quotes. Die leveren een originele insteek op die je als volwassene niet zelf kunt bedenken. Het was ook voor mij een leerrijk proces.’

Kindertheatermaker Hans Cools

Tijdloos leven

Volwassenen leven vaak onder tijdsdruk, maar voor kinderen speelt tijd geen rol, stellen zowel Elise als Hans. ‘Moeten we nu al stoppen?’, is een veelgestelde vraag. 

‘Kinderen leven helemaal in het moment’, vertelt juf Elise. ‘Als ze geboeid aan het spelen zijn, kunnen ze heel teleurgesteld zijn als het tijd is om te stoppen. Ik breek hun fantasie nooit abrupt af: ze krijgen altijd de kans om hun spel eerst af te ronden.’

Hans vindt dat we onze eigen dagelijkse structuur vaker moeten loslaten, omdat het kansen creëert. ‘Hoe jammer is het als we het fantasiespel van kinderen moeten onderbreken voor zoiets als middageten? De verrassendste uitvindingen gebeuren op ongeplande momenten, toch? Hoe heet die koude soep ook weer? Misschien ontstond gazpacho wel doordat een kind te laat aan tafel kwam’, lacht hij.

Zien, voelen en vragen

‘Het is goed om, net als de kleuters, geregeld op de grond te gaan zitten’, zegt Elise. Want door hun gestalte merken kinderen andere dingen op, ze hebben een ander perspectief. ‘En inderdaad: wanneer ik op de vloer zit, zie ik ook dat rare pluisje, de zon die een gekke schaduw werpt, de prentenboekjes op de onderste plank.’

Dankzij kinderen heb ik oog voor detail
Elise Colman

Als kinderen op ontdekking gaan, dan doen ze dat met al hun zintuigen. Zo weet Elise dat kinderen nieuwigheden willen voelen, vasthouden, eens proeven.

En ze zien vaak grootse dingen in wat voor ons details lijken. Kruipt er een mier voorbij tijdens een voorleesmoment? Dan wordt die mier plots veel belangrijker. Gaat dat miertje naar zijn mama? Moet die mier ook eten? Waar woont die mier eigenlijk? Je kunt dat hinderlijk vinden of je grijpt het moment aan om je te verdiepen in het leven van mieren. Dankzij de kinderen heb ik oog voor detail en leer ik elke dag nieuwe dingen bij, ook over mieren dus (lacht).’

Zonder grenzen

In het dagelijkse leven is Hans beleidsmedewerker en overlegt hij regelmatig met kinderen. Hij wil daarbij zoveel mogelijk meegaan in hun denken zonder beperkingen.

Een brainstorm met kinderen mondt steevast uit in een achtbaan op het gemeenteplein, zuchten beleidsmakers wel eens. Maar het is net de kunst om zulke plannen niet weg te zetten als ‘onhaalbaar’. Zelfs de wildste ideeën inspireren: je kunt er altijd haalbare elementen uit filteren. Zo ontdek je nieuwe invalshoeken en wordt je idee veel rijker dan je gedacht had. Ja, maar… zal je dus niet zo vaak uit mijn mond horen.’