We genieten van een gezegende leeftijd. Mijn vrouw Maria en ik ervaren dagelijks dat oud worden – naast een zegen – niet altijd een pretje is. Een mooie, oude dag is geen vanzelfsprekendheid.

Het leven is als een kringloop. We worden geboren: zorgbehoevend, hulpeloos, afhankelijk van veel volk. En met ouder worden leven we terug daarnaartoe.

Stap voor stap groeien we via een boeiende kindertijd naar volwassenheid. Stap na stap voelen we de ommekeer. We glijden van junior naar senior en komen terecht in de derde, de vierde leeftijd. Naar lichaam en geest gaan we achteruit. We zakken terug af naar meer afhankelijkheid. We moeten afstand nemen, loslaten ... afsterven.

Kinderen hebben we grootgebracht en doorgegeven. Engagement en een carrière hebben we opgebouwd en afgebroken. Woonruimte en bezittingen groeiden en vernauwden weer tot service flat. 

Door reflectie kom ik tot het besluit: dit is nu eenmaal een gegeven (letterlijk). Het is een onvermijdelijke realiteit. Bovendien wordt het versterkt doordat ouderen zich in een maatschappelijke hoek geduwd voelen. Daarmee moet en wil ik iets doen.

Maria beleeft in toenemende mate een vorm van ongedwongen vrijheid
Omer

Een groot verschil met de kindertijd: we hebben een rugzak ervaringen mee én de gedachten zijn vrij. Ik beleefde dat gevoel al toen ik op pensioen mocht. Maria, die al tien jaar aan de ziekte van Alzheimer lijdt, beleeft in toenemende mate een vorm van ongedwongen vrijheid. Het is een begrijpelijke reactie op de aanslag op haar menselijke waardigheid.

Dat laat zich zowel voelen in korte momenten van hevige kwaadheid als in uitingen van vrijheid, als zij bijvoorbeeld te pas en zogezegd soms te onpas liedjes van vroeger zingt. Hoe ouder, hoe vrijer?

Omer en Maria tonen oude foto's.

Zoveel gekregen en gegeven

We zijn allebei afkomstig uit het Vilvoordse, Maria van Peutie, ik van de Kassei, een wijk in Vilvoorde. Maria komt uit een arbeidersgezin, vader werkte als zakkendrager in een industriële bloemmolen en was nog geen 14 jaar toen ze begon te werken als helpster bij een gekende naaister uit de streek. 

Ze was actief in de plaatselijke jong-VKAJ (Vrouwelijke Katholieke Arbeidersjeugd), werd er leidster en ging later aan slag bij het Verbond Brussel tot ze tien later trouwde, met een zekere Omer. Die periode noemt ze haar levensschool en ze is er nog altijd dankbaar voor.

Mijn vader was bakker, een hardwerkend middenstander. Ik moest voor mijn middelbare studies op internaat in Mechelen. Zes Latijns-Griekse. Veel van mijn vrienden in Vilvoorde moesten al op hun veertiende naar de fabriek. Samen trokken wij op in het patronaat, dat de chiro werd en dan ook maar in de KAJ.

Door een samenloop van omstandigheden word ik plaatselijke leider van de KAJ en vragen ze mij voor het Brussels Verbondsbestuur. Het wordt mijn levensschool en ik ben er nog altijd dankbaar voor.

Zo komen we in elkaars armen terecht. Met een valies vol dromen en idealen trouwen we, gaan we in Brussel wonen en komen er 4 kinderen en 10 kleinkinderen. 

De levenswijsheid Zien, oordelen, handelen van Cardijn, stichter van de KAJ, blijft onze manier van denken, leven en samenleven inspireren. Het zit er bij ons ingebakken, in onze genen. Telkens opnieuw, na handelen weer beter zien, juister oordelen en actiever doorgaan.

Communicatie een struikelblok?

Er is ons leven schade aangericht op lichaam en geest, vooral bij Maria. Na 4 geboortes volgden 2 borstamputaties met alle bijkomende behandelingen om uitzaaiing van borstkanker te voorkomen.

10 jaar geleden stelt de arts de ziekte van Alzheimer vast. Die blijft verder doorwoekeren. De combinatie met voortschrijdende hardhorigheid sedert 30 jaar en andere ongemakken (zoals een lichte vorm van incontinentie) maken het ons, en vooral Maria, wel bijzonder moeilijk.

We vloeken wat af, zolang de hoorapparaten niet aanstaan
Omer

Communicatie blijft een zware struikelsteen. Die is grondig door elkaar geschud. Het wordt een ervaring- en leerproces dat we moeten mee-maken.

Toch wil ik eens een optelsom maken. De kwade tijd schat ik op min of meer een uur per dag. Dat zijn vooral de ochtendmomenten bij het opfrissen, kleren klaarleggen en in de juiste volgorde aantrekken. Ik hoor dan dat ze zegt: Ik ben geen klein kind meer. Laat mij gerust of ik trap het af.  We vloeken wat af, ook door mij, zolang de hoorapparaten niet aanstaan.

Een gulden raad, die de geheugenkliniek ons aanreikte: Maria leert niet uit negatieve ervaringen en voorkomen is beter dan genezen. Dus als zij vlug vergeet, wel ik dan ook.

Omer schrijft een brief over Maria en haar dementie.

De goede uren zijn moeilijker in te schatten. Maar het gaat in elk geval over meer dan 2 uur per dag. We eten samen, wassen af. We flaneren in Brussel. En niet te vergeten: samen betogen, ook al is het langs de zijlijn, is altijd een feest. Er zijn bezoekjes. Maria die zingt, leuke herinneringen ... Praktisch elke dag maken we plezier en sluiten we af met een plezante knuffel en een zwanske.

De rest van de dag voelen we ons eigenlijk niet ongelukkig. Er is wel veel stilte, wat niet hetzelfde is als leegte. We leven vaak naast elkaar, maar dat is niet hetzelfde als eenzaamheid. 

Alles gaat veel trager. En dan zo'n actief, gejaagd leven. Bij Maria is er veel onbezorgdheid, passiviteit en onverschilligheid. Zo maar wat kijken of indommelen. Dat is oud worden natuurlijk. Wat er echt in Maria omgaat, weet ik niet.

Samen sterk

We kunnen rekenen op een ruim netwerk van familie en vrienden, dat mede is opgebouwd via onze waaier aan engagementen. Sinds de verhuis werken we nu stapsgewijs verder aan dat netwerk. Het stopt niet.

Er is natuurlijk ook de professionele zorg. Begin 2018 ging het voor Maria plots versneld bergaf. We besloten naar een service flat te verhuizen en moesten de zorg opdrijven: 3 keer per week een thuisverpleger, om de 14 dagen een poetsvrouw en een voormiddag per week thuiszorg. Dat zijn 10 helpsters met 7 verschillende culturele achtergronden. Brussel op zijn best! Een mik-mak.

We hebben 10 helpsters met 7 verschillende culturele achtergronden. Brussel op zijn best
Omer

Dat voelde eerst ongemakkelijk aan. Er leek geen rustgevende continuïteit in de relaties. Maria kent bijvoorbeeld niemand bij naam. Anders brengt het variatie. Dat schijnt Maria ook te appreciëren.

Ik besprak het met de sociale dienst van het ziekenfonds en minimaal een keer per jaar wordt nu een zorgoverleg georganiseerd met iedereen: de huisarts, thuisverpleegkundige, ergotherapeut van de geheugenkliniek, verantwoordelijke van Familiehulp, sociale dienst van het ziekenfonds, ikzelf, en Maria een beetje. Onlangs hebben we ook met de apotheker uit de buurt afgesproken dat zij onze huisapotheker zal zijn. Wat een luxe allemaal, maar zeker geen overbodige.

Via achteruitgang vooruitgang boeken

Objectief en medisch gezien gaan we erop achteruit, naar lichaam en geest. En toch is er beterschap. Onze relatie gaat erop vooruit. De nabije kennissenkring komt er versterkt uit.

Onze aanpak is natuurlijk persoonsgebonden en niet zomaar te kopiëren. Het kan zo anders zijn. Sommige ouderen wonen in een rusthuis, sommigen zitten altijd in een rolstoel, er zijn alleenstaanden, mensen met hevige pijn, sommige worstelen met armoede ... 

Maria en Omer tussen de bloemen.

Toch zijn er ook raakpunten. Ik noem maar op: zien, oordelen, handelen. Vrij willen blijven, netwerk verruimen, overleg met zorgverstrekkers. Alert blijven en engagement een duwtje geven, bijvoorbeeld het jonge klimaatprotest. Waarom niet?

We zijn er tamelijk gerust in. Eerlijk. Wat we achterlaten zal blijven leven in vele harten. Ons hiernumaals - een druppel in een oceaan van de eeuwigheid - zal wel hiernamaals worden. Alles wat wij kregen, geven we gewoon door.

Tenslotte, we kunnen niet anders. Wij zullen doorgaan. Voesj met de koesj, zoals ze in het Brussels zeggen. De slotwoorden waarmee Jozef Cardijn, die ons in 1962 zelf trouwde, zoveel van zijn toespraken afsloot.

Omer overleed in april 2021.