Al 30 jaar zoekt journalist Rudi Vranckx naar menselijke verhalen tussen het puin in conflictgebied. Waar anderen weglopen van oorlog, loopt hij ernaartoe. ‘Omdat ik wil begrijpen wat er verandert’, legt hij uit.

‘Ik hoef er niet per se bij te zijn als er geschoten wordt. Dat soort kicks zoek ik niet op. Mij gaat het erom te begrijpen wat mensen bezighoudt en wat hen drijft. Dat wil ik kijkers thuis bijbrengen, zodat ze verder kijken dan de eigen kerktoren.’

Hoe houd jijzelf het hoofd koel in gevaarlijke situaties?

‘Ik heb gemerkt dat ik op de een of andere manier rationeel blijf functioneren. Dat had ik al vanaf mijn eerste missie in Roemenië. Alles rond mij lijkt dan een beetje te vertragen. Ik ben er wel bij, maar ook niet helemaal. Dat is iets raars (lacht).’

Die stress is als een kogelvrije vest van 20 kilogram waarmee je rondloopt
Rudi Vranckx

‘Achteraf, als ik terug thuis ben na een missie, heb ik er meer last van. Er zijn periodes geweest dat ik ’s nachts wakker schoot door angstdromen. Dat ik geen oorlogsfilms meer kon zien, omdat ik te lang in Irak en Syrië had gezeten. Hoe beter de film gemaakt was, hoe moeilijker ik het vond om ernaar te kijken. Ik kon niet meer genoeg afstand nemen tussen de werkelijkheid en de film.’

‘Dat is nu beter, maar de niet-aflatende stress blijft wel wegen. Stress om het juiste verhaal te vinden, om niet meegenomen te worden in leugens. Stress om je deadlines te halen. Stress omdat je in gevaarlijke situaties terechtkomt en je bang bent voor jezelf en degenen met wie je werkt. Je wilt het niet meemaken dat er iets gebeurt met een van je mensen. Er zijn al genoeg bekenden van mij weggevallen in conflictgebied.’

‘Ik vergelijk die stress met een kogelvrije vest van 20 kilogram waarmee je rondloopt. Als je die afzet, lijk je plots op de maan te lopen. Dat springt gemakkelijker. Zonder die stress loop en leef je lichter.’

Heb je deze zomer je kogelvrije vest kunnen thuislaten?

‘Ja, dat wel. Voor de reeks Een zomer als geen andere trokken we met twee campers door Europa. De stress van het gevaar viel dus weg. We wilden in kaart brengen hoe Europa verandert door Covid-19, ook indirect. Onze baseline was: if not now, then when? Als er nu niets verandert op ecologisch of economisch vlak, terwijl de wereld in verandering is, wanneer dan wel?’

‘Dat verhaal wilden we vertellen aan de hand van mensen die een symbolische rol speelden. We zijn gaan kijken in de oudste fietsenwinkel van Milaan, waar nu plots veel meer fietsen verkocht worden. In Rome hebben we het grootste pandjeshuis van Europa bezocht om te begrijpen wat voor invloed Covid-19 heeft op de armeren van de samenleving. Het klopt dat de ziekte arm noch rijk spaart, maar de armen lijken toch meer kwalijke gevolgen te ondervinden.’

‘We zijn naar Bergamo getrokken, waar de eerste dode is gevallen in Europa. Sommige mensen vergelijken deze coronacrisis met oorlog. In Bergamo hebben ze dat volgens mij het dichtst benaderd: wie er in het ziekenhuis werkte tijdens de uitbraak, de trauma’s die mensen opdeden als ze dag en nacht 7.000 doden afgevoerd zagen. Het fascineert me hoe mensen daarmee omgaan.’

Rudi Vranckx in zijn zetel

Hoe draai je de knop om als je weer thuis bent? Kun je überhaupt nog ontspannen?

‘Met de jaren wordt dat moeilijker. Het is bijvoorbeeld vijf maanden geleden sinds ik in Gaza ben geweest, en pas nu valt dat langzaam weg. Ik blijf nog een hele tijd met mijn hoofd ter plaatse. Bij de mensen die ik er ken. Ik krijg nog berichtjes van hen en blijf de situatie opvolgen, dan is het moeilijk om los te laten.’

‘Maar ik heb een huis in Italië, op een heuvel in Umbrië. Daar kan ik tot rust komen. De dorpelingen weten wel vaag wat ik doe, maar veel vragen ze daar niet over. Het is een wereld die draait rond olijven en natuur. Heel simpele dingen. Ik vind het fijn dat ik daarin kan meegaan.’

‘Er hoort een kleine olijf- en wijngaard bij het huis. En elk jaar ga ik erheen om mijn olijven en druiven te plukken. Bij de olijvenpluk bedien ik een week lang een machine die de olijven bovenin de boom los kamt. Een week lang sta ik daar dan met mijn armen in de lucht. Dat is zwaar werk, maar die fysieke arbeid is een plezier.’

‘Daarna stop ik die olijven in de olijvenpers en na een uur komt daar mijn eigen product uit. Of dat nu veel is of weinig, goed of slecht, dat maakt niet uit. Het is mijn eigen olijfolie. En meestal is hij goed, want er zijn zelfs bevriende koks die hem gebruiken in hun restaurant. In Casa del Popolo in Leuven proef je bijvoorbeeld de olijfolie van Rudi Vranckx.’

‘De wijn maak ik in de schuur van mijn vrienden in het dorp, op de manier waarop zij het al generaties doen. Soms heeft die meer karakter, soms is die wat zoeter. Zoals twee jaar geleden. Dan was ik te vroeg beginnen plukken. De gisting was nog niet voldoende op gang gekomen, waardoor de suikers nog niet in alcohol waren omgezet. Gelukkig drinkt de moeder van een van mijn vrienden graag zoete wijn (lacht).’

Heeft je werk je ook ten goede veranderd?

‘Zeker. In conflictgebieden is alles intenser, wat je ook doet. Het is daar dat je de mens echt leert kennen. Het grote Goed en Kwaad. Ik heb geleerd om die intensiteit van emoties te aanvaarden. Hoe je omgaat met mensen. Ik heb leren relativeren en een moreel waardekader gekregen.’

‘Ik kan ergens gaan zitten en gewoon kijken naar schoonheid. Ik laat dat nu veel meer tot mij doordringen. Het leven hoeft niet altijd zo intens te zijn, maar je kunt het wel intens beleven.’

Deze zomer trok Rudi door Europa met de vraag hoe het coronavirus onze wereld veranderd heeft. Het boek Een zomer als geen andere verscheen bij Horizon en vind je voor 22,99 euro in de boekhandel.