
Kruimelpad
Turelure - Kaduke gordijnen
Je raam geeft je een blik op de wereld. Hoe vaak kijk jij bewust naar het tafereel dat zich voor je neus afspeelt? In de rubriek ‘Turelure’ dagen we mensen uit om even op adem te komen en gewoon uit hun raam te turen.

Als ik ’s morgens vroeg de deur naar de living open, staren twee kolossale gitzwarte ogen terug. Het is de dubbele raampartij met zicht op het ochtendduister dat me wakker schreeuwt. Normaal zit het verborgen achter een groot vouwgordijn. Maar dat is kapot. Het is te zeggen, het sputtert en kraakt. Het motortje dat het gedrocht op en neer moet laten, is palliatief. We vrezen dat die brede vuilwitte bruidssluier die onze tuin verbergt eens beneden niet meer omhoog wil.
Zeven meter breed is het gordijn, van de ene muur naar de andere. Het hing er toen we een tijdje geleden het huis kochten.
‘Vreselijk onpraktisch,’ zeiden mijn allerliefste en ik in koor toen de verkoper voorgoed zijn oude voordeur had dichtgetrokken. 'Daar komt binnenkort iets anders.'
Binnenkort is een rekbaar begrip.
En dus zitten we al weken met het gordijn omhoog. Dat probleem is zo groot als je het zelf maakt.
Dat ik tijdens ochtenden in de week naar twee zwarte gaten in de kosmos tuur, biedt weinig meerwaarde. Maar op een zondagochtend, met Ketnet als soundtrack, de ochtendnevel over het veld met Italiaans raaigras zien dansen, tempert instant de muizenissen in mijn hoofd.
En zo biedt de ochtendlijke blik naar buiten bijna elke zaterdag en zondag een klein geschenk. Vorig weekend nog zag ik een ooievaar op het veld landen. ‘Je bent toch niet zwanger?’ vroeg ik op iets te serieuze toon aan mijn wederhelft. Ik heb het grapje moeten uitleggen. Nooit een goed teken.
Soms zit de poes van de buren als een sfinx het veld te overschouwen. En die dikke drommen vogels die regelmatig neerstrijken, passen zo in die ene Hitchcockfilm.
Het is ontbijttelevisie van de puurste soort. Nee, je kunt niet doorspoelen of op pauze zetten. Maar er is geen reclame. En als je van kanaal wil veranderen, dan schuif je gewoon wat vensters verder.

Als ik bijvoorbeeld door het raam van dochterlief 2.0 kijk, is de kans groot dat ik een van de buren hun auto zie wassen. Het is een geliefde bezigheid bij ons in de straat. Ik vermoed dat ze een clubje hebben en tips uitwisselen.
Misschien zelfs een lidkaart. En een ledenblad of nieuwsbrief.
Ik ben nog niet uitgenodigd voor de club.
Dat zie je ook aan mijn auto.
Vanuit het bureau kan ik dan weer rustig zitten wachten tot De Wandelaar zijn schaduw over het raam werpt. Hij flaneert zo vaak door onze straat, dat ik nooit lang hoef te wachten. De jongen is een voorbijschrijdend mysterie. Hij is niet ouder dan 18, zijn smartphone steevast in zijn rechterhand, altijd aan het tokkelen. Koptelefoon in zijn oren. Het staptempo hoog. Zijn pas een tikkeltje verkrampt. Tijdens die onbestaande kantooruren van het thuiswerk zag ik hem ontelbare keren. Geen idee waar zijn wandelwaanzin vandaan komt. Misschien traint hij voor een bedevaart.
Ik zou het hem kunnen vragen. Als ik even zijn tempo kan bijhouden.
Maar vanachter het raam is hij in mijn geestesoog elke dag iets anders. Een tester van zolen voor wandelschoenen, een asfaltkwaliteitscontroleur of een moderne Sisyphus, gedoemd om eeuwig door onze straat te dwalen.
Ramen zijn onze omkaderde blik op de buitenwereld. Ze zijn een theater vol eindeloos nieuwe voorstellingen. De tijd tikt er in kleurschakeringen en seizoenen, wars van de paukenslagen die dagelijks in een mensenleven klinken.
En toch.
En toch komt er vervanging voor dat kaduke gordijn in de woonkamer.
Dat hoort zo. Op een bepaald moment van de dag moet je de wereld kunnen buitensluiten. Toevallig valt dat netjes samen met de oprukkende duisternis. Tijd om de donkere vlakken te bedekken. Rolluiken aflaten, gordijnen toeschuiven, luiken dichtklappen …
Kortom, ervoor zorgen dat de nacht niet binnensluipt.
Het is voor de gezelligheid, zeggen we dan.
Om de warmte binnen te houden.
Voor de akoestiek.
Maar wellicht zijn we nog altijd een beetje bang voor het inktzwart buiten. Voor die onzichtbare schaduwen in de nacht. Voor wat onder de maan huist. Voor nare gedachten die enkel ontwaken na zonsondergang.
Iemand heeft het licht aan de andere kant van het raam uitgedaan. Daarom steken we het aan onze kant aan. En is onze wereld heel even wat er tussen vier muren zit.
In de hoop morgen opnieuw ooievaars, sfinxen en glimmend koetswerk te zien.
En een wandelaar. Ook al loopt die een beetje verkrampt.
Geïnspireerd om ook eens naar buiten te turen? Om wat je uit je raam ziet en daarbij denkt met anderen te delen? Kruip in je pen en stuur het resultaat naar leef@cm.be. Wie weet maakt onze illustrator binnenkort van jouw 'Turelure' een illustratie.