Silkes vader verloor geregeld de pedalen en werd verschillende keren opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Als kind zag Silke het allemaal gebeuren. Maar niemand vertelde haar dat haar papa een alcoholverslaving en een bipolaire stoornis had.

Op haar vijftiende kwam ze er zelf achter. ‘In het derde middelbaar kreeg ik het vak gedragswetenschappen. We leerden over psychische aandoeningen. Plots vielen de puzzelstukjes in elkaar.’

Ze kreeg voor de eerste keer echt hulp toen haar vader stierf. ‘Papa was thuis gevallen, waarschijnlijk in dronken toestand. Mijn ouders waren op dat moment al uit elkaar.’ Er kwam een begrafenis, de school werd ingelicht.

‘Mijn leerkrachten vormden een netwerk waarop ik kon terugvallen en brachten mijn klasgenoten op de hoogte. Ik voelde me eindelijk niet meer zo alleen.’

Brenda Froyen (42) is docent, auteur en voormalig patiënt.

Verdriet dat zich vastzet

‘Als ik het relaas van Silke hoor, dan breekt mijn hart’, reageert Brenda Froyen. Acht jaar geleden was ze zelf patiënt, toen ze na de geboorte van haar derde zoontje kampte met psychoses.

‘In Silkes verhaal klinkt één belangrijke vraag door. Waarom heeft niemand mij gezien? We denken dat we kinderen van leed kunnen afschermen door ze niet in te lichten over psychische problemen’, zegt Froyen. ‘Maar een kind voelt het haarfijn aan als er iets aan de hand is met een van zijn ouders.’

Volgens Froyen ervaren ze de sfeer als een verdriet dat zich kan vastzetten in hun geest. ‘Ik durf het gerust te zeggen: onze kinderen gedroegen zich als ettertjes toen ik ziek was. Ze waren nog heel jong en uitten zich op een non-verbale manier. Ze gooiden met deuren, met speelgoed, schreeuwden. Het was hun manier om een plaats te geven aan hun gevoel.’

Ook Silke voelde als kind de spanningen thuis. ‘Maar ik kon er de vinger niet op leggen. Ik dacht dat alle vaders van ’s ochtends vroeg pintjes dronken. In zijn wanen dacht mijn papa dat hij een grote uitvinder was, tijdens zijn depressies lag hij in bed. We waren die wisselende stemmingen gewend.’ Of ze er zelf met iemand over praatte? ‘Nee. Ik vroeg geen hulp en zette een masker op.’

Zo vader, zo dochter?

Dat masker was een overlevingsstrategie, maar Silke moest er wel een prijs voor betalen. Toen ze 19 was, maakte ze een zware depressie door en er kwam heel wat onverwerkte rouw naar boven.

Begin dit jaar moest ze zelfs even opgenomen worden. ‘Ik ben er nog niet vanaf. Ik maak me wel eens zorgen over de erfelijkheid van psychische problemen’, geeft ze toe. ‘Hoe moet ik daarmee omgaan?’

Het hield ook Brenda Froyen bezig toen ze ziek was. ‘Ook ik was ongerust over erfelijkheid’, zegt ze. ‘Maar ik vond ook geruststelling. Wie goed ondersteund wordt, hoeft helemaal niet dezelfde weg op te gaan.’

Niet kwetsbaar maar veerkrachtig

Froyen krijgt kromme tenen van de term psychische kwetsbaarheid. ‘Zo’n label klinkt alsof je er levenslang aan vastzit. Bovendien suggereert het dat je ook psychisch onkwetsbaar kunt zijn. Dat is toch onmogelijk?’

‘We zouden beter spreken vanuit kracht’, stelt Froyen. ‘Neem nu de situatie van Silke. Kijk hoe ze dat doorstaan heeft en voor zichzelf een weg zoekt. Ook nu krabbelt ze weer recht als het slecht gaat. Daar spreekt toch een enorme veerkracht uit?’

Ook Brenda Froyen maakte een kracht van wat ze meemaakte. ‘Ik wilde altijd al schrijfster worden en na mijn ziekte wist ik plots waarover te schrijven. Het boek Pssst heeft een bijzondere betekenis voor mij. Omdat het er niet was toen mijn kinderen het nodig hadden.’

Er was liefde

Silke heeft kwaadheid gevoeld, en een mengeling van machteloosheid, schuld, verdriet en rouw. ‘Dat moest ik ervaren om verder te kunnen. Zoals de metafoor van de kano: aan de ene kant van de kano zitten de positieve emoties, aan de andere kant de negatieve. Als je maar langs één kant peddelt, dan draai je rondjes. Peddel je aan beide kanten, dan ga je vooruit.’

‘Met de tijd zie ik meer in dat mijn ouders hun best gedaan hebben. Ik besef ook hoeveel geluk ik heb met mijn mama en zus. Zij waren en zijn nog steeds een beschermende factor. Het was zeker niet altijd makkelijk in ons gezin. Maar er was liefde, en dat is het allerbelangrijkste.’