
Kruimelpad
Wat een jeugd zonder liefde doet met een kind
Je baby koesterend knuffelen, je peuter teder over zijn bol aaien of je tiener plagerig een compliment geven. Opgroeien met tederheid is cruciaal volgens kinder- en jeugdpsychiater professor Peter Adriaenssens. ‘Tederheid is de lijm van het leven.’

Waarom is het zo belangrijk dat je opgroeit met tederheid?
Peter Adriaenssens: ‘Tederheid brengt je als kind vaardigheden bij die je tijdens de rest van je leven nodig hebt. Je leert bijvoorbeeld om zelf liefdevol te zijn en je in te leven in anderen hun situatie. Maar je krijgt ook het vertrouwen om de wereld te verkennen.’
Wat bedoel je daarmee?
‘Wanneer je als baby de liefde van je ouders voelt, dan hecht je je aan elkaar. Die goede ervaringen scheppen een basisvertrouwen. Je hebt ook vertrouwen nodig om op verkenning te gaan, om je te kunnen openstellen voor anderen, bijvoorbeeld je kleuterjuf.’
‘Voor de eerste schooldag staat een kind vaak te huilen aan de schoolpoort. Zal de juf ook goed voor mij zorgen, vraagt dat kind zich af. De ouders stellen hun kind gerust. Op het einde van de dag merkt het kind dat zijn ouders de waarheid spraken. Het hoefde niet ongerust te zijn, het had namelijk een leuke dag bij de kleuterjuf. Deze ervaring leert het kind dat ontmoetingen met andere volwassenen ook positief kunnen zijn.’
‘Dankzij dit vertrouwen leer je om je te hechten aan anderen en om allerlei soorten relaties aan te gaan. Dat is belangrijk om vrienden te maken, een lief te vinden, maar ook om goede werkrelaties te hebben. Tederheid is dus de sleutel die de wereld voor jou als kind opent.’
Wat zijn de gevolgen als je opgroeit zonder tederheid?
‘Als je je niet goed leert te hechten aan anderen, dan spreken we van een hechtingstekort. Het gaat om lichte tot ernstigere verstoringen van de manier waarop een kind zich aan anderen hecht. Een kind dat bijvoorbeeld opgroeide in een weeshuis, kan een nette slaapplaats en goed eten gekregen hebben, maar miste vaak de tederheid, de hechting.’
Hoe merk je dat kinderen worstelen met een hechtingstekort?
‘Langs de ene kant heb je allemansvrienden, kinderen die aan iedereen plakken. Ze vinden iedereen direct lief. Als jongere gaan ze op internet bijvoorbeeld in op elk aanbod. Ze zien niet in dat dit ook gevaarlijk kan zijn, want ze willen vooral graag gezien worden.’
‘Daarnaast zijn er ook afwerende kinderen. Zij wijzen elke vorm van geborgenheid af. Ze maken heel moeilijk en weinig vrienden. Klasgenootjes vinden hen vaak vreemd, want ze slagen heel moeilijk in sociaal contact.’
‘Bij de meeste kinderen gaat het om een lichte of matige vorm van een van deze varianten, een behandeling is dan niet nodig. Alleen als het gedrag extreme vormen aanneemt, wordt het problematisch en stap je het best naar een therapeut. Dat is echter een minderheid.’
Hoe weet je dat een kind een groot hechtingsprobleem heeft?
‘Om die diagnose te stellen, moet een therapeut een hele waakzame observatie doen. Er zijn verschillende contacten voor nodig. Een hechtingsprobleem doet zich namelijk niet 24 op 24 voor. Een kind kan zich bijvoorbeeld prima gedragen op school, maar thuis helemaal niet.’
‘Het gaat bijvoorbeeld vaak over kinderen die een geschiedenis van mishandeling of verwaarlozing met zich meedragen.’
Kun je een hechtingstekort later nog goedmaken?
‘Vroeger dachten we dat je tederheid en jezelf hechten aan anderen niet meer kon leren na je kindertijd. Onderzoek toont intussen aan dat het leven je heel wat kansen geeft om in deze vaardigheden bij te leren.’
‘Sommige mensen evolueren als ze een relatie hebben of kinderen krijgen. Ze voelen tederheid van hun partner. Iemand met een hechtingstekort is namelijk vaak wel in staat om in te gaan op een hechtingsaanbod. Ze zien ook hoe hun partner met de kinderen omgaat. Ze kopiëren dan, vaak heel spontaan, van de ander en leren zo bij van die ervaringen.’