9.00 uur

Ontbijt voor de ezels

De najaarszon komt net piepen boven Anegria wanneer Karen, Sander en de andere vrijwilligers voor de stallen verzamelen. Ze trekken hun rubberlaarzen aan om een halve dag te helpen in het opvangcentrum voor thuisloze en verwaarloosde ezels. Het team is een mengeling van mensen met en zonder een beperking. Anegria werkt samen met orthopedagogisch centrum KATR!NAHOF om mensen met een verstandelijke beperking een zinvolle dagbesteding te geven. 

‘Voor we beginnen verdeel ik de taken onder de vrijwilligers’, legt Karen uit. ‘Samen bekijken we wie welke stal voor zijn rekening neemt en wie een paar extra onderhoudsklussen kan opknappen. Zelf begeleid ik de mensen met een beperking. Ik zorg er bijvoorbeeld voor dat de taken op hun maat zijn. Ik schat in wat ze aankunnen, wat hun talenten zijn en waar hun interesses liggen. Ze proberen enkele taken uit en zo zie je snel wat bij hen past en wat ze leuk vinden.’ 

Geef mij maar het zwaardere werk, daar haal ik veel voldoening uit
Sander Vandoolaeghe

Geen onderscheid 

Sanders eerste opdracht brengt de geur van stro met zich mee. Hij wandelt een stal binnen om er de ezels te voederen. ‘De ezels krijgen hooi en stro van ons. Het eten van stro is noodzakelijk voor hun spijsvertering. Sommige ezels geven we ook extra voedingskorrels. Als ik hiermee klaar ben, ga ik het water in hun automatische drinkbakken controleren’, vertelt Sander enthousiast.  

Sander kan heel wat taken zelfstandig aan. Andere vrijwilligers met een beperking hebben meer nood aan een-op-eenbegeleiding. ‘Met hen voer ik bepaalde taken samen uit zoals voederen of borstelen. Soms koppelen we een vrijwilliger zonder beperking aan iemand met een beperking zodat ze kunnen samenwerken. Zo willen we een groep vormen’, zegt Karen.  

‘Ik werk bijvoorbeeld af en toe samen met Toon’, vult Sander aan. ‘Dat is heel tof, want zo is het werk een stuk sneller gedaan. En ik heb graag dat het goed vooruit gaat, we proberen dus niet te veel te babbelen.’ 

Bij Anegria maken ze geen onderscheid tussen mensen met of zonder beperking. Het inclusieve karakter van dit vrijwilligerswerk vinden ze heel belangrijk. ‘Mensen met een beperking verdienen een zichtbare plaats in onze maatschappij’, betoogt Karen. 

10.45 uur

Even op adem komen

Na het voederen van de ezels komen de vrijwilligers samen om even uit te blazen. In coronatijden nemen ze hun pauzes zoveel mogelijk buiten. Naast de stal staat een gloednieuw buitenkraantje. Speciaal geïnstalleerd om de Covid-19-maatregelen te kunnen volgen. ‘Zo hoeft niemand naar binnen te gaan om zijn handen te wassen. We volgen de maatregelen heel streng op’, verklaart Karen. 

De lockdown was ook voor Anegria niet gemakkelijk. Van maart tot juni konden ze maar vier dezelfde mensen toelaten om te helpen bij het voederen, zowel voor de ochtend- als de avondshift. ‘Er zijn weinig andere opvangplaatsen voor ezels, dus de nood was hoog. We hebben koppig volgehouden voor de ezels en ze hebben het allemaal prima overleefd’, getuigt Karen. 

‘Ik ben voorzichtig’, vertelt Sander. ‘In het begin van die lockdownperiode had ik stress door dat virus. Maar op het einde vroeg ik me af wanneer ik eindelijk terug naar de ezels mocht gaan. Ik ben blij dat ik terug ben. Om het veilig te houden, dragen we nu een mondmasker als we werken.’ 

Sander en Karen mesten stal uit.

11.15 uur

Stallen uitmesten

Wanneer de pauze erop zit stropen de vrijwilligers hun mouwen op voor verschillende klussen. Sommige vrijwilligers borstelen ezels of wandelen naar de wei om het giftige Sint-Jacobskuiskruid uit te trekken. Sander trekt met een riek in de hand naar de stal. ‘Ik mest liever een stal uit. Ja, da’s stront hé. Het klinkt misschien wat raar maar ik heb graag het zwaardere, fysieke werk. Daar haal ik veel voldoening uit’, legt Sander uit. 

Als Sander stapt, trekt hij met zin linkerbeen. Door het MASA-syndroom, een verstandelijke beperking, heeft hij enkele lichte motorische problemen. ‘Maar die ziekte ervaar ik zeker niet als een hindernis. Ik moet wel opletten dat ik er niet te hevig invlieg, want mijn rug is niet zo goed’, zegt Sander. 

‘Sander is een doorzetter’, treedt Karen bij. ‘Soms moet ik inderdaad opletten dat hij niet over zijn grens gaat. Dat wil niet zeggen dat ik hem voortdurend bemoederen. Mensen zonder beperking hebben die neiging vaak. Hier zien ze dat mensen met een beperking hun plan kunnen trekken en dat ze om hulp zullen vragen als dat nodig is.’

Ezels zijn heel nieuwsgierig naar anderen. Dat vind ik een mooie eigenschap
Karen Cromheeke

Leren van elkaar 

Sander voert de verzamelde mest af met de minidumper. Deze grote machine heeft een laadbak die je automatisch kunt omkiepen. Terwijl hij naar de mesthoop stapt, vertelt hij geboeid over zijn vrijwilligerswerk. ‘Thuis zoek ik veel informatie op over de machines die we gebruiken zoals de elektrische kruiwagens. Als ik die prijzen lees, trek ik grote ogen.’ 

‘Ik ben ook heel geïnteresseerd als de hoefsmid of de tandarts langskomt’, vervolgt Sander. ‘Dan ga ik kijken wat ze doen en vraag hoe ze de dieren verzorgen en hoe vaak dat nodig is. Ik steek dus heel wat op over ezels en het werk in het centrum. Ik leerde ook dat je voorzichtig moet zijn bij de mesthoop, want ik ben er al eens ingetuimeld.’ 

In het ezelopvangcentrum leren de vrijwilligers hoe ze ezels moeten verzorgen. Wat ze mogen eten en wat niet. Hoe je ze moet borstelen en waar je best voor oplet. Maar volgens Karen we kunnen we ook iets leren van de ezels. ‘Ze zijn heel nieuwsgierig naar anderen. Dat vind ik een mooie eigenschap. Als je in de wei stapt, zoeken ze heel benieuwd contact met jou.’ 

Ezels in de wei

12 uur

De wei in

Zodra je een voet in de wei zet, komen de ezels nieuwsgierig aan je snuffelen. Al snel omsingelen ze de fotograaf. ‘Het laatste halfuur doen we altijd iets leuk, bijvoorbeeld wandelen met de ezels of wortels uitdelen’, vertelt Karen. ‘Die ezels om je heen, dat kan in het begin best overweldigend zijn. In totaal hebben we 73 ezels. Daarom gaat niemand op zijn eerste dag alleen bij de ezels, zo kan de nieuwe vrijwilliger wennen aan zoveel dieren.’ 

Deze vrijwilligers zijn al gewoon aan de ezels. Ze halen duidelijk plezier uit het contact ermee. 'Er is iemand met autisme die hier een rust vindt, die hij nergens anders ervaart. Hij wordt naar bepaalde ezels toegetrokken en kan die heel kalm krijgen. Dat is echt mooi om te zien', vertelt Karen. 

‘Soms moeten we de nieuwe ezels laten wennen aan hun nieuwe omgeving’, merkt Sander op. ‘Daarna proberen we met hen te trainen. Eerst stappen we met de ezel aan een leidtouw door de stal. Als dat goed gaat, wandelen we buiten rond. Dan moet je goed opletten dat de poort gesloten is. Als je per ongeluk loslaat, kunnen ze zomaar gaan lopen en ze zijn redelijk snel.’  

Verwaarloosde ezels socialiseren, laten gewennen aan mensen, is een belangrijke activiteit voor Anegria. Dat doen ze door veel contact te hebben met die ezel. ‘We proberen eerst of ze een wortel willen aannemen, daarna proberen we ze te aaien. We bouwen dat traag op. Zelf moet je ook heel rustig zijn, zodat de ezel niet schrikt’, legt Karen uit. 

Het is geweldig als een ezel naar zijn nieuwe thuis kan vertrekken
Sander Vandoolaeghe

Een nieuwe thuis 

Terwijl de vrijwilligers afronden en ook Sander zijn laarzen uittrekt, vertelt Karen hoe Anegria een nieuwe thuis zoekt voor de gezonde ezels. ‘Ezels zijn kuddedieren dus als je een ezel wilt adopteren, neem je er altijd meer dan een. We vragen wat voor ezels je juist voor ogen hebt: rustige en lieve ezels bijvoorbeeld of ezels die je nog moet trainen. Die vraag proberen we te matchen met de ezels die we hebben. We leveren de ezels altijd persoonlijk af, zodat we weten dat alle voorwaarden voor adoptie in orde zijn.’ 

‘Het is heel tof als er een ezel naar zijn nieuwe woonplaats vertrekt’, glundert Sander. ‘Ik kan daaraan meewerken en dat geeft me superveel voldoening. We geven die ezels een beter leven. Dat maakt het werk hier zo leuk. Zeker als het mooi weer is, dan denk ik soms dat ik hier op vakantie ben.’ 

Ezelopvangcentrum Anegria in cijfers

  • 9 jaar geleden startte Kristel Cromheeke met het opvangen van verwaarloosde en thuisloze ezels. De vraag naar opvang bleek erg groot te zijn, want drie maanden later had ze 20 ezels onder haar hoede. 
  • 396 ezels kregen al onderdak en goede zorgen in een van de 15 stallen van Anegria. 325 van die viervoeters vonden na verloop van tijd hun weg naar een nieuwe thuis.  
  • 7 ton hooi, 2,5 ton voedingskorrels en 400 kilogram wortels. De ezels in het opvangcentrum hebben duidelijk een gezonde eetlust, want zoveel voedsel verorberen ze gemiddeld per maand. 
  • 50 vrijwilligers, zowel mensen met als zonder beperking, slaan elke week de handen in elkaar om het vele werk in het opvangcentrum lichter te maken. Samen steken ze er ontelbaar veel uren vrijwilligerswerk in.