
Kruimelpad
Wordt je pensioen de ultieme relatietest?
Wordt met pensioen gaan een zalig samenzijn? Of is er toch wat angst om op elkaars lip te zitten? We vroegen aan Patricia Vanierschot (61) en Paul Reenaers (68) uit Hasselt hoe zij het ervaren.

Paul ging drie jaar geleden met pensioen. Patricia is nog halftijds aan de slag als sportlesgeefster. ‘De eerste week dat ik thuis was, had Patricia een to-do lijstje gemaakt’, verklapt Paul. ‘Zij wilde dat die klusjes ’s anderendaags af waren.’ Daar heeft hij snel komaf mee gemaakt. ‘Paul helpt spontaan mee in het huishouden’, vertelt Patricia. ‘Maar hij houdt er niet van om gecommandeerd te worden.’ Frustraties uitspreken vinden ze belangrijk.
Minder werken
De laatste vijf jaar heeft Paul vier vijfde gewerkt. Dat zou hij iedereen aanraden. ‘Patricia heeft altijd halftijds gewerkt. Ze koos ervoor om zelf voor de kinderen te zorgen’, zegt Paul. ‘Als je geleidelijk aan minder werkt, is de overgang naar alle dagen samen thuis minder groot. Je hebt een dag vakantie in de week om met z’n tweeën iets te doen. Dat is fijn. Dan is niet alleen het weekend quality time.’
Corona leek pensioen
‘Door de coronacrisis was ik ineens ook altijd thuis’, vult Patricia aan. ‘Het leek al een beetje op pensioen, want we waren constant bijeen.’ Dat was voor Paul soms aanpassen. Niet omdat Patricia altijd in de buurt was, maar omdat ze de living telkens moest ombouwen voor de online sportles. ‘Is het weer zover?’, kreeg ze dan te horen. In het begin bleef hij in de zetel zitten met zijn smartphone waaruit dan plots muziek kwam. ‘Wees toch stil!’, riep Patricia dan. Nadien maakte Paul zich uit de voeten.’
Samen ontbijten
Paul heeft er geen problemen mee om de dagen te vullen wanneer Patricia werkt. ‘We staan samen om 7 uur op om te ontbijten. We beginnen de dag graag samen’, legt Paul uit. ‘Dan ruim ik af en ik doe vaak de boodschappen.’ Als Patricia van haar werk komt, zorgt hij dat er eten is. En ook voor stofzuigen of de was opplooien, draait hij zijn hand niet om. ‘We vullen elkaar goed aan’, beweert Paul.
Als je meer bij elkaar bent, dan merk je wel zaken die je anders minder of niet ziet. ‘Paul laat altijd het licht branden in het toilet’, weet Patricia. ‘Ik ga het gewoon uitdoen, ik maak mij daar niet druk over. Ik heb ook mijn fouten. We vormen sinds 21 jaar een nieuwe relatie. We relativeren veel meer. Tijd maken voor elkaar, daar draait het om.
Altijd weekend
Kijkt Paul ernaar uit dat Patricia straks ook met pensioen is? ‘Daar ben ik nog niet aan toe’, is Patricia hem voor. ‘Ik doe mijn job veel te graag, heb heel fijne collega’s. Ik geef les aan senioren, een gemotiveerd publiek. Door mijn job heb ik online leren lesgeven. Ik volg cursussen, zoek naar nieuwe lessen, naar recente muziek. Dat houdt mij alert. Bovendien biedt mijn job mij structuur. Ik heb er wel wat schrik voor als die wegvalt’, bekent Patricia.
‘Op donderdagavond zit mijn werkweek erop. Dan begint mijn lang weekend en trekken we een fles wijn open. Als ik met pensioen ben, is het altijd weekend’, lacht Patricia.
Paul begrijpt dat ze nog niet wil stoppen. ‘Maar als Patricia 66 is, dan ben ik er 74. We gaan heel graag op vakantie. Zal ik dat dan nog kunnen?’, vraagt Paul zich af. ‘Samen genieten wordt heel vaak voorbehouden voor later. Het is nu dat we het moeten doen. Later is nu.