Soms zwijgt de muziek, maar is het lied nog niet ten einde. De ongespeelde noten blijven zweven in de lucht. Op de palliatieve eenheid van het Universitair Ziekenhuis Gent ligt een album. Het staat vol herinneringen en mooie woorden, verdriet ook na een zwaar afscheid.

Voor veel mensen is het besef dat de dood te vroeg komt hard om dragen
Christine De Coninck

‘We vragen soms aan mensen of ze verzoend kunnen sterven’, zegt palliatief verpleegkundige Christine De Coninck. ‘Of ze nog met iets zitten.'

'Voor veel mensen is vooral het besef dat de dood te vroeg komt hard om dragen. Zij hebben het gevoel dat hun lied nog niet ten einde is. Er is spijt over het leven dat te vroeg eindigt, soms ook over conflicten die niet opgelost werden, of spijt dat er niet meer tijd naar familie en vrienden ging.'

'Wij kunnen hier tijd nemen om te luisteren en te helpen zodat die spijt een plaats krijgt. Zo kunnen mensen gelukkiger sterven.’

Ramen wassen

De palliatieve eenheid is een atypische afdeling. Zes kamers, een grote leefruimte met speelhoek en keuken, een salon en grote tekeningen die de muren van de gang aankleden, de afdeling baadt in een gemoedelijke, rustige sfeer.

Christine: ‘Wij hebben tijd voor de mensen. Alles kan hier, niets moet. Patiënten kunnen hier tot rust komen, fysiek en mentaal. Hier wordt het leven afgesloten, maar hier wordt ook geleefd, soms meer dan op andere afdelingen. Vrienden en familie komen hier samen, er worden herinneringen opgehaald, er wordt gekookt, gelachen en gehuild. We doen er alles aan om mensen een waardig en waardevol levenseinde te bieden.’

Verpleegkundigen staan langs de patiënt in het ziekenhuisbed

Christine gaat even langs bij Etienne (77). Samen met collega Ann Brusseel checkt ze hoe het met hem gaat. Een warme winterzon valt binnen in de kamer. Het bed van Etienne kijkt uit op een groot raam met daarachter een ruim terras. ‘Ik heb een goeie dag’, zegt hij. ‘Nu de zon schijnt, zie ik wel dat de ramen gewassen moeten worden.’ Christine en Ann lachen. Ze schudden zijn kussen op. ‘Kunnen jullie mijn vrouw nog eens proberen te bellen? Ik heb haar nog niet aan de lijn gehad vandaag.’

Ik vind het spijtig dat het voor mij bijna gedaan is. Dat klopt niet met wat ik voel
Etienne

De laatste keer thuis

Etienne hoort zijn vrouw elke dag. ‘We zijn 57 jaar getrouwd. Ik was twintig. Ik ben bezorgd om haar. Ik wil dat er goed voor haar gezorgd wordt als ik er niet meer zal zijn. Ze trekt haar plan, ze heeft haar hobby’s, maar ze zal alleen vallen. Dat zal hard zijn voor haar.’

‘Ik vind het heel onwerkelijk dat ik hier nu zit, maar er binnenkort niet meer zal zijn. Niemand weet wanneer het leven zal eindigen, maar voor mij komt het nu wel heel dichtbij.’ Begin januari was Etienne even thuis. ‘Mijn vrouw had enkele vrienden uitgenodigd voor mijn verjaardag. Ik wist van niets. Ik heb ervan genoten. Het was heel vreemd dat dat de laatste keer was in mijn eigen huis. Na al die jaren mijn huis verlaten was hard.’

Een opvallend gekleurd boeket leukt de ziekenhuisruimte op.

Het is wat het is

Spijt heeft Etienne niet. Of toch niet over wat hij zelf in de hand had. ‘Ik heb graag geleefd, ik heb gelukkig geleefd. Ik vind het spijtig dat het voor mij bijna gedaan is. Dat klopt niet met wat ik voel. Ik had hier graag nog langer willen blijven.’

Etienne heeft altijd graag gereisd. ‘Mocht het kunnen, ik zou mijn koffers opnieuw pakken. Ik ben realistisch. Ik besef dat dat niet meer gaat, ik probeer er niet te veel over te piekeren. Het is wat het is, terugblikken heeft geen zin.’ ‘En zo lig ik hier’, zucht Etienne. Hij lacht even en zet zijn bril af, wrijft in zijn ogen. ‘Ik ben niet moe’, verduidelijkt hij. ‘Nadenken gaat alleen niet zo vlot meer. Ik ben veel kwijt. Ik weet zelfs niet goed meer wat er met me scheelt.’

Zinvol leven

Of hij nog een levensles heeft? ‘Profiteer ervan, zeg ik altijd tegen de jonge mensen. En vul je leven zinvol in, doe dingen die je graag doet, verzorg de mensen rondom je. Ze zijn zo belangrijk. Zorg dat je geen spijt moet hebben dat je te weinig tijd doorbracht met de mensen die je graag ziet.'

'De band tussen mijn vrouw en haar zus is veel verbeterd sinds ik hier lig. Het is jammer dat ze pas nu weer naar elkaar toegroeien. Ze hadden beter vroeger hun conflicten uitgepraat. Ik hoop dat het contact goed blijft als ik er niet meer zal zijn, ze zullen elkaar nodig hebben.'

Hier komt spijt nog net op tijd. Hier kun je nog iets doen met die gevoelens
Christine De Coninck

Familiebanden herstellen

Christine denkt even na over de woorden van Etienne. ‘Een patiënte zei me ooit: Het is mooi om los te laten wat je zelf niet kunt veranderen. Aan de dood kun je niets veranderen, je kunt het enkel een plaats proberen te geven. Die dood aanvaarden is moeilijk.’

‘Sterven brengt heel wat existentiële vragen met zich mee’, gaat ze verder. ‘Mensen hebben hier tijd om na te denken en maken de balans op van hun leven. Spijt komt altijd te laat, zegt men. Hier komt spijt nog net op tijd. Hier kun je nog iets doen met die gevoelens. Wij helpen mensen stilstaan bij wat belangrijk is.'

'Mensen die gaan sterven piekeren vaak over conflicten die niet uitgepraat werden. Wij dringen niets op, wij luisteren en proberen soms familie of vrienden te contacteren zodat belangrijke gesprekken toch gevoerd kunnen worden.’

Verpleegkundigen leggen hand op gekruiste handen van patiënt

Collega Ann geeft een voorbeeld: ‘Onlangs lag hier een man. Hij had al vijf jaar geen contact meer met zijn kinderen. Een van zijn zonen woonde in Amerika en is uiteindelijk toch naar België gereisd om afscheid te nemen van zijn vader.'

'Ze hebben elkaar vijf uurtjes gezien. Ze hebben een goed gesprek gehad. Niet alles kon gezegd worden, daar was de tijd te kort voor, toch konden ze allebei een pijnlijk hoofdstuk afsluiten. Er worden hier geregeld familiebanden hersteld.’

Christine vult aan: ‘Het is jammer dat verzoening soms pas op het einde van een leven kan. Dat het nog kan, is het voornaamste. Zo kunnen onze patiënten met een gerust hart sterven.'

'Als iemand echt ongelukkig sterft of als we niet kunnen helpen, is dat hard. Soms laten mensen ons niet toe om te delen in hun zorgen. Daar moeten we respect voor hebben. Gelukkig gebeurt dat niet zo vaak.’

Tijd om te sterven

‘We moeten meer praten met elkaar tijdens ons leven, onze geliefden vaker laten weten dat we hen graag zien. Het zou ons op het einde veel leed besparen’, besluit Christine. ‘We zeggen vaak: Dat het maar snel gedaan is als mijn tijd gekomen is. Maar zo kun je de dingen niet afsluiten en rust vinden in de situatie. Dat maakt mensen angstig. We hebben tijd nodig om te sterven.’

Palliatieve zorg

Waar we vaak spijt van hebben

Had ik maar …

Mochten we de kans krijgen, we zouden heel wat zaken anders aanpakken. Dit is wat we volgens Christine en Ann kunnen leren van de stervenden.

  • … sneller conflicten uitgepraat.
    ‘Conflicten slepen soms lang aan. Kleine vetes, erfenissen en nieuwe relaties, ze houden ons bezig tot het einde. Vroeger met elkaar praten geeft minder zorgen op het sterfbed.’
  • … meer tijd doorgebracht met wie ik graag zie.
    ‘Familie en vrienden zijn het belangrijkste. Tijdens ons leven stellen we niet altijd de juiste prioriteiten. Dat gaat ten koste van tijd met de mensen die we graag zien.’
  • … minder gewerkt en meer proberen genieten.
    ‘Niemand heeft spijt dat hij niet meer gewerkt heeft. Op het einde realiseren mensen zich vaak dat ze te veel gewerkt hebben en te weinig tijd gemaakt hebben voor kleine dingen.’
  • … vaker gezegd wat ik voel.
    ‘We uiten onze gevoelens te weinig tegenover elkaar. Ik zie je graag. Het spijt me. Mag ik even eerlijk zijn? Waarom vinden we het zo moeilijk om te zeggen wat er in ons hart leeft?’
  • … vaker mijn goesting gedaan.
    ‘Ik zou eens dit of dat willen doen. Later. Tot later niet meer mogelijk is. Plots kun je niet meer doen wat je altijd al had gewild. Dat is jammer. We moeten vaker ons hart volgen.’